Soms vragen we ons af of er reisorganisatoren naar de PISA-resultaten kijken om een volgend onderwijsgidsland te kiezen. Ooit was het Finland, recenter was het Estland, maar nu, waar moeten we nu naartoe, nu het onderwijspeil steeds lager komt te staan in de Lage Landen?
PISA (Programme for International Student Assessment) laat zien: Voor Nederland zijn de ontwikkelingen voor rekenen, lezen én wetenschapskennis zeer negatief:
Voor wie denkt dat deze dramatische resultaten werden veroorzaakt door COVID-19 en de schoolsluitingen: de trend is in Nederland erger dan de daling die COVID-19 gemiddeld wereldwijd veroorzaakte. Om een idee te geven: het rapport stelt dat 20 punten op de PISA test gelijk staat aan het volgen van 1 jaar onderwijs. Dat betekent dat Nederlandse kinderen nu 2 jaar meer tijd nodig hebben voor wiskunde om op het gemiddelde peil van 2003 te komen: in 2003 lag de score rond 540 punten en nu onder de 500 punten. Voor lezen is het zelfs meer dan 2,5 jaar om op gemiddelde niveau te komen. Inmiddels scoren de Nederlandse jongeren onder het OESO-gemiddelde voor lezen.
Voor het domein waar Nederland er het slechtste voorstaat, lezen, lijkt Ierland inderdaad de aangewezen plek als je niet te ver wil reizen (bijvoorbeeld naar Singapore). In iets mindere mate geldt dit ook voor Engeland.
In Nederland wacht de nieuwe ministers van onderwijs een zware taak: het tij moet gekeerd worden. Het zal niet de eerste keer zijn dat wordt opgeroepen tot een Deltaplan voor het onderwijs. Maar dit keer staat het water ons echt aan de lippen.
Daarbij gaat het een uitdaging zijn om niet te fatalistisch worden over de staat van het onderwijs: leraren proberen dag in dag uit het verschil te maken voor hun leerlingen onder vaak moeilijke omstandigheden (lerarentekort, werkdruk, administratieve lasten).
Zij verdienen blijvende support en waardering. Aan de andere kant moeten we waken voor relativisme: de trend is duidelijk, de ontwikkelingen zijn zorgwekkend en het is allerminst duidelijk dat met de huidige inspanningen van bijvoorbeeld de overheid de trend gekeerd wordt.
De reactie van de VO-raad vorig jaar was daarom erg opvallend: openlijk werd de waarde van de PISA-onderzoeken in twijfel getrokken. En uiteraard: de PISA-scores kunnen niet de enige indicatie zijn waarop beleid gebaseerd wordt, maar het zou onverstandig zijn om de signalen die de PISA- en ook de
PIRLS-onderzoeken afgeven te negeren. De tijd van struisvogelpolitiek is voorgoed voorbij.
Deze blogpost is geschreven door: Pedro De Bruyckere, Casper Hulshof en Jeroen Janssen. Pedro, Casper en Jeroen zijn allen onderzoeker bij de Afdeling Educatie van de Universiteit Utrecht en als docenten betrokken bij de opleidingen Onderwijswetenschappen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten