woensdag 28 april 2021

Een kijkje in het leven van Charlotte

In deze blog leren we een van de medewerkers of studenten bij Onderwijswetenschappen beter kennen. Dit keer is dat docent Charlote Wang. Dit is de negende bijdrage in een regelmatig terugkerende serie.

Hallo, mijn naam is (Rui Yi) Charlotte Wang en ik ben docent bij Onderwijswetenschappen! Ik ben 26 jaar en woon sinds kort met mijn vriend in Gouda.

Studie & werk 

Ik heb van 2013 tot 2017 een bachelor Culturele Antropologie gedaan. In het collegejaar daarna heb ik de master Educational Sciences gedaan via de minor. Toen ik nog de master deed, had mijn scriptiebegeleider mij gevraagd of ik werkgroepen wilde begeleiden. Ik had altijd ooit voor de klas willen staan, dus ik deed mee! Het was ontzettend interessant, leerzaam en uitdagend, dus ik ben sindsdien blijven hangen bij de universiteit. Naast mijn gebruikelijke onderwijstaken, ben ik ook deel van de Opleidingscommissie en help ik mee aan het ‘Hier hoor ik thuis’ project. Dit project probeert de transitie naar de universiteit van nieuwe studenten te onderzoeken en verbeteren.

Het leukste van mijn werk is de combinatie van het theoretische en creatieve (en daarmee ook uitdagende) karakter. Je moet veel theorie leren en goed kunnen toelichten. Daarbij moet je jezelf creatief opstellen: Hoe kan ik op de juiste manier scaffolding toepassen? Hoe kan ik zelfsturend leren stimuleren? Hoe kan ik de voorkennis van studenten activeren op een (intrinsiek) motiverende manier? Hoe kan ik het onderwijs gepersonaliseerd maken? Hoe kan ik mijn eigen affiniteit voor onderwijs uitdrukken? Met zulke vragen houd ik vaak het perspectief van de student in gedachten. Ik krijg namelijk de meeste energie als ik ervaar dat mijn studenten de stof interessant vinden, begrijpen en uiteindelijk het eigen maken.

Vrije tijd 

Sinds ik mijn nieuwe woning heb, heb ik nieuwe en oude hobby’s opgepakt. Met mijn nieuwe kookeiland ben ik meer aan het koken en bakken. Met mijn nieuwe tekentablet ben ik meer digitaal aan het tekenen. Ik doe ook vechtsport (Naginata) en gegamificeerd fitness (Ringfit). Ik probeer ook een moestuintje te creëren op mijn balkon en ik ga regelmatig op bezoek bij mijn ouders of broers. Als ik naar mijn oudste broer ga, dan pas ik graag op mijn kleine babynichtje. In ieder geval kan ik mezelf prima bezighouden!

Vragen van/voor bloggers

De vraag van de vorige blogger was: “Als je een nieuwe stroming van onderwijs zou kunnen ontwerpen, hoe zou deze er dan uitzien en waarom? En in hoeverre wijkt deze af van de reeds bestaande onderwijsstromingen in Nederland?”. Ik zou niet zomaar een nieuwe stroming willen ontwikkelen, omdat dit, naar mijn mening, niet nodig is. In Nederland zijn we al vrij innovatief qua onderwijs. We hebben daardoor een rijke diversiteit aan onderwijsstromingen. Het zou verder veel tijd en moeite kosten om een nieuwe stroming te ontwikkelen of implementeren. Ik zou daarom eerder een bestaande onderwijsstroming aanpassen. Mocht ik toch een nieuwe onderwijsstroming ontwikkelen, dan zou ik een stroming ontwikkelen die leerlingen meer gelijke kansen kunnen aanbieden door middel van meer ouderbetrokkenheid. Steeds meer onderzoek laat zien dat dit een sterk bepalende factor is voor studiesucces. Ouders die sterk betrokken zijn, helpen bijvoorbeeld hun kinderen met hun huiswerk of initiëren educatieve activiteiten zoals een museumbezoek. Ik weet dat sommige ouders hiervoor niet in staat zijn: zij hebben hier de tijd of het geld niet voor. Of hun taal- of rekenvaardigheid is onvoldoende. Of zij willen graag hun kinderen ondersteunen, maar weten niet hoe. Enzovoort. Er zijn zelfs kinderen die opgevoed worden door anderen, zoals hun grootouders. 

‘Mijn onderwijsstroming’ zou de brug tussen ouders en leerlingen verkleinen. Zo zou een school regelmatig activiteiten organiseren waarbij ouders hun kinderen helpen met hun huiswerk. Dit zou bijvoorbeeld in de avond of weekend kunnen zijn waarbij de kinderen een verhaal voorlezen voor hun ouders (of andersom) en dat ze elkaar feedback geven of vragen stellen. De focus van ‘mijn onderwijsstroming’ ligt daarbij aan gelijke kansen bieden, terwijl andere bestaande onderwijsstromingen misschien meer focussen op specialisatie of differentiatie. (Ik ben overigens meer gespecialiseerd in volwassenonderwijs en lesontwerp dan basis/middelbaar onderwijs en onderwijsbeleid. Ik weet daarom bijvoorbeeld niet hoe valide of realistisch mijn uitspraken zijn.) 

Mijn vraag voor de volgende blogger is: Wat doe je regelmatig (of wil je graag ooit doen) waarvan je weet dat het eigenlijk heel stom is? (En waarom?) Voorbeelden zijn: een hele taart opeten, een tijger aaien terwijl je allergisch bent, parachute springen terwijl je hoogtevrees hebt, de hele Pi-reeks onthouden. 

Dank je wel voor het lezen van mijn blog!

dinsdag 6 april 2021

Een kijkje in het leven van Merel

In deze blog leren we een van de medewerkers of studenten bij Onderwijswetenschappen beter kennen. Dit keer is dat ALPO-studente Merel den Hertog. Dit is de achtste bijdrage in een regelmatig terugkerende serie.


Wie ben je?

Hé, hallo! Ik ben Merel den Hertog en ben gevraagd om een nieuwe blog te schrijven, super leuk! Ik ben 19 jaar en woon nog thuis in Arkel. Ik ben tweedejaars ALPO-studente. Ik heb voor de ALPO gekozen, omdat de combinatie tussen de praktijk van de Hogeschool Utrecht en het theoretische deel van de Universiteit Utrecht mij heel erg aansprak. Ik breng mijn (weinige) vrije uurtjes door met werken in De Buurvrouw & De Buurman in Gorinchem en de Coop in het dorp. Daarnaast pas ik op bij een aantal adresjes.


Hoe ziet jouw week eruit?

Mijn weken zijn vaak gevuld, maar met het thuisonderwijs is dit wel wat minder geworden. Omdat ik een heel stuk minder hoef te reizen, scheelt dit mij zo’n 2,5 uur op een dag!

Op de maandagen volg ik momenteel de ‘Wereldvakken’ van de Hogeschool. Hierbij wordt zowel de kennis, als didactiek van de vakken geschiedenis, aardrijkskunde en natuur & techniek aangeboden. Wat betreft de Universiteit volg ik nu ‘Ontwerpen van Leersituaties Gevorderd’. Momenteel ben ik samen met mijn projectgroep hard aan het werk om de legitimering en het micro- en macro-ontwerp af te ronden. We hebben hierbij als complexe vaardigheid gekozen voor het voorbereiden en voeren van een debat in het basisonderwijs. We meeten vaak op woensdagmiddag, waarbij we de opdracht doorspreken en zoveel mogelijk samen proberen te doen. Vaak moet ik iets eerder weg, omdat ik 's middags muziekklas heb op locatie! Volgend jaar hoop ik de muziekklas af te ronden. Als dat is gelukt, heb ik een extra papiertje ‘Vakdocent Muziek’! Muziek is iets wat ik door de week heen ook doe: piano spelen, zingen (vooral onder de douche, haha!) en ukelele spelen. 


Op donderdag loop ik stage: het leukste moment van de week! Momenteel loop ik op een school met faseonderwijs, in fase 16/16+. Faseonderwijs houdt in dat leerlingen na een halfjaar door kunnen naar een volgende fase. Zij kunnen dan ook een half jaar versnellen of blijven zitten, in plaats van een heel jaar. Als je de fase 16/16+ zou vertalen naar het regulier basisonderwijs, dan zouden de kinderen in groep 8 zitten. Die kinderen kunnen een halfjaar hebben versneld of ze zijn in groep 1 in februari begonnen aan de basisschool. De kinderen in de stageklas die ik nu heb, zijn engeltjes. Ik heb nog nooit zoiets gezien, haha! Soms een tikje saai, maar ik vind het leuk om hier op een andere manier uitdaging in te zoeken. Natuurlijk komt het lesgeven en theorie vanuit de HU naar voren in de praktijk, maar het leuke aan de ALPO is dat het daar niet bij blijft. Ook de OWW kant komt naar voren tijdens stage. Ik vind het vaak leuk om een lesmethode of docentenhandleiding door te bladeren en deze kritisch te bekijken. Het gedrag van leerlingen binnen de groepsdynamiek blijft me ook eindeloos boeien. De toegevoegde waarde van OWW binnen de ALPO is voor mij dan ook het kritisch kunnen analyseren en steeds met een andere blik naar het onderwijs blijven kijken.

Op vrijdag ben ik vrij. Dan ga ik vaak werken, werk ik de literatuur bij of plan ik wat dingen in voor de week erna. Op dinsdag beachvolleybal ik in Hardinxveld-Giessendam. Ik speel bij OKK'70 DS1 in Hardinxveld, normaal gesproken in de zaal en 's zomers op het beachveld. Maar nu dat niet kan, gaan we vervroegd beachen. Daarnaast probeer ik minimaal vier keer in de week een workout te doen of een rondje te lopen (voor mijn mede-ALPO'ers: zitten jullie al in het ALPOmmetje team?! En voor de OWW’ers: zitten jullie al in het OWWandelen team?!). Sport vind ik dan ook heel belangrijk in deze gekke tijd, het houdt je scherp. En ook zie ik de meiden uit mijn team weer eens, altijd een feestje!

Op zaterdagochtend beach ik ook! De rest van het weekend werk ik en normaal gesproken spreek ik veel af met vrienden, maar ook dat is een heel stuk minder door de lockdown.

Ik post ook regelmatig wat op mijn juffen-Instagram (@jufmerel_). Zoek je dus nog inspiratie voor lessen, wil je een kijkje in mijn leven als juf in spé of vind je het gewoon leuk, volg me dan vooral even ;).


Waar haal je het meeste plezier bij je studie?

Ik haal het meeste plezier uit het contact met medestudenten en docenten. Ik ben een echt mensen-mens, dus deze lockdown is wat dat betreft een verschrikking, haha! Ook het stagelopen vind ik geweldig! Ik haal veel energie uit het werken met kinderen. Op dit moment zie ik mezelf na de opleiding dan ook eerst wat jaartjes voor de klas staan, misschien onderwijl ik nog een deeltijd master volg. Welke dit wordt? Ik heb nog geen idee… In ieder geval heb ik nog genoeg tijd om daar over na te denken! Ook het werken in het buitenland lijkt me een ervaring! Het voordeel van de ALPO is dan ook dat je eigenlijk alles binnen het onderwijs kunt doen.


Wat is jouw visie op het huidige onderwijs in Nederland?

Het leuke aan het onderwijs in Nederland vind ik dat er zoveel verschillende stromingen zijn: vernieuwingsonderwijs, christelijke scholen, openbare scholen of scholen met faseonderwijs waar ik nu bij stageloop. Ik denk dat, kijkend naar de verschillen en overeenkomsten, iedere school daarin zijn eigen bijdrage levert aan het onderwijs en daarmee de maatschappij. Ik denk dan ook dat iedereen een verschil kan maken in de maatschappij, bijvoorbeeld door onderwijs. 

Daarmee kom ik meteen bij de vraag van Lotte, die de vorige blog heeft geschreven. En dat was de volgende: vind jij dat we ons als onderwijswetenschappers voldoende laten zien in het maatschappelijk debat rondom gelijke onderwijskansen? Of zouden we dat meer moeten doen, en hoe dan? Dankjewel Lotte, voor deze pittige vraag! En natuurlijk nog gefeliciteerd met je prachtige prijs!

Ik vind dat wij als (afgestudeerd) onderwijswetenschapper (of ALPO’er) veel afweten van allerlei vlakken in het onderwijs en je getraind bent om deze vanuit meerdere perspectieven te analyseren. Ik denk dat het zonde is om deze diversiteiten aan kennis niet in te zetten in een debat als deze. Naar mijn mening heeft het onderwijs (basis-, voortgezet- of hoger onderwijs) een belangrijke rol in de maatschappij: er wordt opgevoed, door onderwijs ontdekken kinderen hun talenten en interesses en er wordt –niet geheel onbelangrijk- kennis bijgebracht. Ik denk wel dat er altijd ruimte voor verbetering moet zijn, dat onderwijswetenschappers daarnaar op zoek zouden kunnen gaan. Voor mij is het dan ook een feit dat ieder kind gelijke kansen moet krijgen om tot optimaal leren te kunnen komen. Daarbij moet zeker ook gekeken worden naar de talenten van een kind, in plaats van waar het kind zou kunnen achterblijven of waar het in tekort komt. 

Ik denk dat we ons als onderwijswetenschappers onvoldoende laten zien in dit debat. Als onderwijswetenschapper ben je een ruimdenkende professional die hier zeker (minimaal) een adviserende functie bij zou kunnen innemen. Ik denk bijvoorbeeld aan (het ontwerpen van) scholing of cursussen voor het bewustmaken van directie en leraren. Een voorbeeld van invulling van deze scholing: hoe je ongelijkheid binnen een school zou kunnen vermijden en gelijkheid juist kan stimuleren. Bewustmaking is één, actie is twee. Er valt denk ik ook winst te behalen in de koppeling praktijk-theorie. Je hebt te maken met diversiteit op allerlei manieren: diversiteit in leerlingen en prestaties, docenten -in normen en waarden, maar ook in leeftijden. Collega’s onder elkaar kunnen hier ook een meerwaarde bij hebben, door elkaar op ongelijkheid te wijzen. Ik denk dat je als onderwijswetenschapper in gesprek kunt gaan met het werkveld en ervaringen kunt uitwisselen en onderzoeken, waardoor je weet waar de verbeterpunten zouden kunnen liggen. 


Wat is je droom voor het onderwijs?

Mijn droom voor het onderwijs is dat er meer gekeken wordt naar wat een kind wél kan en waar zijn of haar talenten liggen en dit ook wordt benut. Een leerlingvolgsysteem zegt niet altijd alles. Geef een kind de ruimte, de tijd en mogelijkheden om te groeien, dan komt de rest vanzelf.


Wat wil je docenten meegeven?

In deze gekke tijd doen jullie het erg goed, respect daarvoor. Maar soms mag er wel even een extra pauze tussendoor, haha! Nee, zonder gein: het is te hopen dat we elkaar gauw fysiek kunnen treffen, want laten we eerlijk zijn: we hebben niet voor niets gekozen om te gaan studeren –dat is niet om de gehele dag achter een laptop te zitten. En voor onze docenten in spé/medestudenten: ondanks dat het lastig is in deze tijd om te studeren, doe je het toch maar even. Het wordt beter, echt!


Heb je nog een leuke vraag voor de volgende blogger?

Als je een nieuwe stroming van onderwijs zou kunnen ontwerpen, hoe zou deze er dan uitzien en waarom? En in hoeverre wijkt deze af van de reeds bestaande onderwijsstromingen in Nederland?


Heb je nog leuke luister of leestips? (Denk aan een interessant boek of een podcast.)

Alle boeken gerelateerd aan Meester Mark vind ik heel leuk. Ook het boek Juf, er is een kind kwijt vind ik heel tof. Dit zijn dan ook zeker aanraders! 

Zo, genoeg getypt denk ik zo! Tijd om van het zonnetje te genieten. Nog 13 weken tot de zomervakantie, you got this!