vrijdag 25 november 2022

Onderzoek onder tweelingen wijst uit: onderwijs kan ongelijkheid verkleinen

Utrechtse collega Kim Stienstra (@kimstienstra) deelde onlangs de resultaten van haar meest recente studie.

Verminderen scholen de sociale ongelijkheid in onderwijsprestaties en fungeren zij als "de grote gelijkmaker"? Of reproduceren of versterken ze de ongelijkheden juist? Deze vraag staat centraal in een nieuwe studie van de Utrechtse en Amsterdamse onderzoekers Stienstra, Knigge, Maas, De Zeeuw en Boomsma. Zij onderzoeken dit door specifiek de onderwijsprestaties van tweelingen te onderzoeken. Doordat sommige tweelingen bij elkaar in de klas zitten en andere niet, kunnen de auteurs vier bronnen uit elkaar halen die bijdragen aan verschillen in prestaties: genetisch, gedeelde omgeving, niet-gedeelde omgeving en klassikale invloeden. De resultaten laten zien dat gemiddeld 2,1 procent van de variantie in onderwijsprestaties van Nederlandse basisschoolleerlingen is toe te schrijven aan klassikale invloeden. Onder klassikale invloeden vallen bijvoorbeeld de kwaliteit van leerkracht, de grootte van de klas, de beschikbare hulpmiddelen in de klas en het klassenklimaat. 2,1 procent lijkt misschien weinig, maar de auteurs merken terecht op dat 68% van de onderwijsprestaties in deze studie wordt verklaard door genetische factoren en dus slechts 32% door omgevingsfactoren. In verhouding wordt 12% van de variantie van deze omgevingsfactoren door klassikale invloeden verklaard. Klassikale invloeden blijken groter wanneer het opleidingsniveau van ouders lager is. Dit laat zien dat onderwijs tot op zekere hoogte een compenserend effect heeft.


Het abstract

We investigate the influence of the classroom environment on educational performance and its dependency on parental socio-economic status (SES). The classroom environment can have a compensatory effect and decrease educational inequality, in which case the classroom context is more important for children originating from lower SES families. Alternatively, there can be an amplifying effect, in which case the classroom environment is more important for high-SES children. This would increase educational inequality. We investigate the two alternatives by applying a twin design to data from 4,216 twin pairs from the Netherlands Twin Register (birth cohorts 1991–2002). Some twin pairs share a classroom and other twins from the same pair are in different classrooms. We use this fact to decompose the variance in educational performance at the end of primary school into four components: genetic variance, classroom variance, shared environmental variance, and non-shared environmental variance. We find that of the total variance in educational performance, only a small part (2 per cent) can be attributed to differences between classrooms within schools. The influence of the classroom was larger when the level of parental SES was lower (up to 7.7 per cent) indicating a compensatory effect.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten