maandag 15 november 2021

Een kijkje in het leven van Corine

 In deze blog leren we een van de medewerkers of studenten bij Onderwijswetenschappen beter kennen. Dit keer is dat docent Corine Gielen. Dit is de veertiende bijdrage in een regelmatig terugkerende serie. 

Hoi allemaal! Deze keer ben ik gevraagd om de blog te schrijven, maar laat ik mijzelf eerst even voorstellen. Ik ben Corine Gielen, docent aan de afdeling Educatie (OWW en ALPO) en praat met een zachte G. Van origine kom ik uit Leuth, een minidorpje onder de rook van Nijmegen. Tegenwoordig woon ik samen met mijn Duitse vriend en goudvissen in Bennekom (bij Ede en Wageningen). Dus ja, ik spreek ook een aardig woordje Deutsch. In mijn vrije tijd vind ik het heerlijk om Formule 1 te kijken, ben groot fan, van vrije training tot en met de wedstrijd, alles probeer ik te kijken. Echter draait mijn leven niet alleen maar om racen, ik houd ook van korfballen, een flink stuk wandelen en bordspelletjes.

Toen ik hier kwam werken was de afdeling voor mij niet nieuw, ik heb namelijk van 2015 tot en met 2019 de ALPO gestudeerd. Aansluitend heb ik de Master Educational Sciences gedaan aan de UU. Dit heb ik gecombineerd met een dag werken als basisschooldocent op OBS Vleuterweide. Toen ik klaar was met mijn Master waren ze bij OWW en ALPO ze op zoek naar een nieuwe docent en de rest is geschiedenis. Dat betekent dat mijn docenten van toen tegenwoordig mijn collega’s zijn. 

Op de UU werk ik vier dagen per week als docent en ik geef zowel in de Bachelors (ALPO en OWW) als in de Master Educational Sciences les. De afgelopen periode heb ik Inleiding Onderwijswetenschappen gegeven en Learning in Organizations in de Master. Dat betekende dat ik ongeveer acht uur per week aan het lesgeven was. In de overige tijd bereid ik mijn werkgroepen voor en heb ik vergaderingen, bijvoorbeeld over diploma-uitreikingen of open dagen. Het meeste plezier in mijn baan haal ik uit het lesgeven zelf. Daadwerkelijk voor de groep staan en studenten begeleiden bij hun opdrachten en het eigen maken van de literatuur. Ik geniet er van als studenten zichzelf ontwikkelen en groeien tijdens een cursus. Maar net zoveel plezier haal ik uit de informele gesprekjes met studenten. Dan gaat het bijvoorbeeld over werkdruk, weekendplannen van zowel mij als studenten of andere zaken die studenten bezig houden. Ik ben er namelijk van overtuigd dat je mede door dit soort informele gesprekken werkt aan de relatie met studenten, wat vervolgens bijdraagt aan een positief werkgroepklimaat. 

Over die strakke tijdsplanning gesproken, Nadie (de vorige blogschrijfster), vroeg mij hoe ik aan kijk tegen de strakke tijdsplanning van studenten. Is er daadwerkelijk een tekort of is dat iets wat studenten zichzelf opleggen. Ik denk dat de werkdruk hoog is, maar te doen met een goede planning en door jezelf daar vervolgens ook aan te houden. Zelf heb ik tijdens de ALPO ook hoge werkdruk ervaren, maar dat komt mede door het feit dat de ALPO een dubbele opleiding is en je van tevoren weet dat het zwaarder is dan een reguliere bacheloropleiding. Bovendien vond ik het ook erg leuk om ernaast te werken, lid te zijn van de studentenkorfbalvereniging en van VOCUS. Wanneer je naast je opleiding meerdere ballen hoog moet houden, dan wordt de werkdruk automatisch hoger. Je hebt tenslotte maar 24 uur per dag, waarin je ook je slaap niet moet vergeten 😉. Al met al denk ik dat de werkdruk hoog is, je doet ook niet voor niets een wetenschappelijke opleiding, maar dat dit vergroot of verkleind kan worden door de persoonlijke situatie. Weeg goed af waar jij prioriteit aan geeft en haal er dan ook alles uit, maar vergeet ook niet om te ontspannen. Persoonlijk vind ik het niet wenselijk als je alleen maar in de boeken zit en geen ontspanning naast je studie hebt.

Ik tijdens een consultatie met
een groepje van mijn LIO Master studenten.
Deze blog wil ik afsluiten met mijn droom voor het onderwijs en de maatschappij. Op dit moment wordt er veel druk gelegd op leerlingen door de omgeving (ouders, medeleerlingen) om zo goed mogelijk te presteren op school. Er wordt massaal geïnvesteerd in bijles, zelfs al bij de kleuters, om je kind op de havo of het VWO te krijgen. Termen als hoogopgeleid en laagopgeleid zijn nog steeds aan de orde van de dag. Een kwalijke zaak vind ik dat, omdat iemand die heel handig is met zijn handen en mijn auto kan repareren als die stuk is, als laag wordt bestempeld door de maatschappij. Terwijl deze automonteur ervoor zorgt dat ik met mijn universitaire titel toch naar mijn werk kan rijden. En deze persoon zou je dan bestempelen als laag? Waarom is hij of zij minder dan ik? Praktisch en theoretisch opgeleid vind ik al een stuk wenselijker, omdat deze termen ook daadwerkelijk het verschil verduidelijken. Mijn wens is dat er in het onderwijs meer gekeken wordt naar de leerling als geheel en niet alleen naar de cognitieve capaciteiten van een leerling, de kansen(ongelijk)heid afneemt en leerlingen/ouders trots kunnen zijn op bijvoorbeeld een vmbo-advies als dat beter bij het kind past.

Mijn vraag aan de volgende blogger is: Welke docent was/is jouw favoriet en waarom? Wat voor gedrag liet/laat hij/zij zien waardoor jij je fijn voelt/voelde in de les? Dit kan een basisschooldocent, maar ook een hoger onderwijsdocent zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten