vrijdag 26 april 2013

De staat van het onderwijs: het glas halfvol of halfleeg?


En weer was het Nederlandse onderwijs in het nieuws. En hoe. "Nederland blinkt uit in middelmatigheid" was een kop die prijkte bovenaan verschillende krantenartikelen. "Veel scholen verbeteren nauwelijks" was de titel die de NOS voor een item gebruikte. De reden? De onderwijsinspectie publiceerde haar verslag over 'De staat van het onderwijs', een dik rapport (275 pagina's!) waarin, zoals de titel zegt, de status van het hedendaagse Nederlandse onderwijs onder de loep wordt genomen. De inspectie doet dat aan de hand van cijfers. Cijfers die afkomstig zijn van de inspectie zelf, maar ook van andere bronnen (zoals citoscores). De onderwijsinspectie is een overheidsinstantie die de taak heeft toe te zien op de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs. De regels die de inspectie daarbij hanteert ('wat is kwaliteit?') bepaalt zij niet zelf, maar zijn vastgesteld in verschillende onderwijswetten. Net als de politie, dus. Aan het hoofd staat de inspecteur-generaal van het onderwijs. Op dit moment is dat Annette Roeters.
Annette Roeters

Je zou misschien verwachten dat onderwijsinspecteurs zelf ook voor de klas staan of hebben gestaan, maar dat is niet altijd het geval (waarmee overigens niet gezegd is dat je automatisch een goede inspecteur bent als je voor de klas hebt gestaan!) Kritiek van de inspectie op het onderwijs valt daarom niet altijd in goede aarde bij degenen die (nog) wél dagelijks met onderwijs in de praktijk te maken hebben. Begrijpelijk, maar in haar rapporten benadrukt de inspectie wel de complexiteit van het verzorgen van onderwijs en de taak waarvoor leraren zich gesteld zien: een taak die ook alleen maar ingewikkelder geworden is omdat er steeds meer van leraren wordt gevraagd. Vanwaar dan al die negatieve krantenkoppen? Om dat te begrijpen moet je het rapport van de inspectie lezen. Ik kan me voorstellen dat niet iedereen daar tijd voor of zin in heeft, en daarom heb ik het bekeken en wat zaken (en opmerkingen) die mij opvielen eruit gelicht. De samenvattingen op de website van de inspectie (zelfs met een filmpje) zijn prima overigens, maar juist daarin ontbreken natuurlijk enkele interessante details.

Het rapport van de inspectie bestaat uit drie delen: een overzicht van alle bevindingen, een specifieke beschrijving van alle sectoren van het onderwijs (waarvan het grootste deel gaat over primair onderwijs), en een specifieke beschrijving van het onderwijs verdeeld over allerlei thema's (bijvoorbeeld 'leeropbrengsten'). Het eerste deel is ook als apart stuk te downloaden, en dan krijg je nog een aantal paginagrote foto's erbij cadeau. Dit stuk is ook doorspekt met citaten van scholen die door de inspectie werden bezocht, kritisch werden beoordeeld, zich rotgeschrokken zijn, en nu heel blij zijn met de verbeteringen die daarna zijn ingevoerd ('we werken nu veel professioneler'). Ik heb met name het eerste deel goed bekeken, en stukjes van de rest. De teneur wordt al snel duidelijk: het gaat op zich goed met het onderwijs, maar het zou beter moeten. Het ging de afgelopen jaren steeds beter, maar die verbetering vlakt nu af. Het kan natuurlijk dat de top zo'n beetje bereikt is, maar dat is niet de interpretatie van de inspectie. Die is een stuk somberder. Ik citeer van pagina 11:
"In te veel lessen is het didactisch handelen onder de maat. Scholen en instellingen kunnen bijvoorbeeld onvoldoende maatwerk leveren binnen de lessen. Ook onderdelen van de zorg en begeleiding, het opbrengstgericht werken en de kwaliteitszorg zijn lang niet altijd voldoende. In het mbo kan ook de kwaliteit van de examens omhoog. De tekortkomingen maken dat het onderwijs op al deze onderdelen niet of nauwelijks verbetert. Dit ondanks de kwaliteitsinitiatieven in de meeste sectoren en het stimuleren van opbrengstgericht werken."
Stevige kritiek dus. Het kan beter, het moet beter. Een pagina later wordt dat nog eens benadrukt: "Het ambitieniveau moet omhoog ... Basiskwaliteit mag geen einddoel zijn." Gebrek aan ambitie dus. Nu is ook duidelijk waar de opmerkingen over uitblinken in middelmatigheid vandaan komen.
De inspectie illustreert de middelmatigheid met een plaatje met scores op de citotoets voor 2009 en 2012.
Cumulatief percentage scholen en de citoscore, 2009 en 2012.
Als je goed kijkt zie je dat in 2012 de citotoetsscores vrijwel gelijk zijn aan die van 2009, met het verschil dat aan de onderkant wat hoger gescoord wordt in 2012. "Het Nederlandse onderwijs is goed voor de zwakke leerlingen," concludeert de inspectie. Tegelijk ziet de inspectie maar weinig leerlingen echt goed presteren. 'Echt goed' staat voor een citoscore van 548 of hoger. Sterker, het aantal 'excellente' leerlingen is gedaald van 5,4 naar 4,9 procent (een daling van ongeveer 10 procent, en niet 0,5% zoals in het rapport staat). Dat citoscores genormeerd worden, en dat de citotoets het minst nauwkeurig meet aan de extremen, daar gaat het rapport niet op in. Het is constateren, niet interpreteren.
De inspectie is ook erg kritisch over schoolbeleid. Gezien verschillende schandalen uit het recente verleden is dat natuurlijk niet zo vreemd. Vor onderwijskundigen is de constatering: "beleidskeuzes hebben invloed op de schoolloopbaan van leerlingen en studenten, maar ze zijn vaak niet onderbouwd en niet bekend bij leerlingen en ouders" interessant. Met name de drang tot het neerzetten van grote en luxe gebouwen is vaak ondoordacht en niemand weet wat het onderwijs er mee opschiet. Nog ernstiger is de constatering:
“Sommige scholen laten grote groepen leerlingen doubleren in het jaar vóór het examenjaar. Andere verwijzen leerlingen strategisch naar lagere schoolsoorten door, of ze sluiten bepaalde leerlingen uit voor deelname aan examens of toetsen.”
Overigens haast men zich om hieraan toe te voegen dat het in de meeste gevallen gewoon goed gaat op scholen.
Goed, het kan dus beter met leerlingen, het kan beter met besturen, wat denkt u: zou het dan wel goed gaan met leerkrachten? Het antwoord is: ja, redelijk, maar ook hier kan en moet het veel beter. De inspectie maakt onderscheid tussen basisvaardigheden en complexe vaardigheden. Een basisvaardigheid is het geven van duidelijke uitleg, een complexe vaardigheid differentiëren tussen leerlingen met verschillende leerachterstanden (of voorsprongen!)
Wat betreft basisvaardigheden: 11 tot 30% van de leerkrachten beheerst die onvoldoende. Zie ook onderstaand plaatje, dat gaat over het percentage leerkrachten dat 'duidelijke uitleg geeft'.
"Duidelijke uitleg" door de jaren heen
Kommer en kwel? Wacht maar tot u leest hoeveel leerkrachten de complexe vaardigheden in onvoldoende mate bezitten. De inspectie: "Ongeveer de helft tot tweederde deel van de leraren beheerst de complexere vaardigheden niet." Dat is nogal wat (maar bedenk wel dat de vaardigheden door het ministerie vastgesteld worden en dat allerminst zeker is wat de gevolgen zijn). Een probleem is dat leerkrachten weinig commentaar op hun manier van lesgeven krijgen, met name weinig van collega's. Wie heeft tijd om bij een ander in de les te gaan zitten? Toch doen sommige scholen dit wel, en met succes. Een beetje zuur concludeert de inspectie: "Zolang niet alle beginnende leraren de lesstof duidelijk kunnen uitleggen, kunnen de opleidingen verbeteren."

Voor de inspectie is het glas duidelijk halfleeg. Op pagina 32 lezen we daarom: "Dat de basis op orde is, is niet genoeg. Het ambitieniveau kan veel hoger." We presteren te weinig, maar blijkbaar schort het ook aan ambitie. Ik vind dat een zwaardere aantijging dan louter constateren dat er niet meer citoscores in de hoogste regionen bij zijn gekomen.
Tenslotte zegt de inspectie ook nog iets over zichzelf: "Het toezicht wordt meer gedifferentieerd; boven de ondergrens van basiskwaliteit zullen ook andere categorieën onderscheiden worden." Niet alleen meer 'bovenmiddelmatig' maar meer categorieën. Waarom de inspectie denkt dat dit tot verbetering zal leiden wordt niet vermeld.

Aantal kinderen in de klas, primair onderwijs
Tot zover de belangrijkste bevindingen van de inspectie. Er zijn er natuurlijk nog veel meer. Zo blijkt het gemiddelde aantal kinderen in de klas langzaam toe te nemen (maar het is nog altijd een stuk lager dan midden jaren 90).De helft van de scholen realiseert de verplichte onderwijstijd niet, maar je kunt je afvragen of '6 uur tekort' (wat genoemd wordt) zo erg is. In het hoger onderwijs is er nog altijd veel te veel uitval in het eerste jaar. Sterker: de uitval neemt toe. Het percentage studenten dat de bachelor haalt in drie jaar (nominaal studeren) stijgt, maar ligt nu op ongeveer 30 procent (en 50 procent als je er een jaartje bij optelt). Academisch onderwijs komt er genadig af bij de inspectie, vooral omdat daar al een sterke interne controle via de NVAO aanwezig is.

Is het somberheid troef in het Nederlandse onderwijslandschap? Het hangt er maar van af wat je verwachtingen over het onderwijs zijn. De inspectie laat duidelijk merken teleurgesteld te zijn, en verwijt het veld gebrek aan ambitie. We dreigen weg te zakken uit de mondiale top! Aan de andere kant: er gaat ook heel veel goed, en met name zwakkere leerlingen hebben daarvan de afgelopen jaren geprofiteerd. De minister maakte al duidelijk dat er meer aandacht voor 'excellentie' moet komen, maar dat dat niet ten koste mag gaan van de zwakkere leerling. Oftewel: er wordt nóg meer inspanning van het veld gevraagd. De manier waarop dat gerealiseerd moet worden? Via het toverwoord: 'professionalisering'.
Is de inspectie te somber of juist realistisch? De tijd zal het leren. Ik hoop alleen dat de volgende rapportage wordt geschreven door iemand van wie het glas halfvol is.

dinsdag 16 april 2013

Help, mijn kind moet naar een Steve Jobsschool!

Het schoolgebouw van OBS de Driemaster
Uw kinderen gaan al enkele jaren met plezier naar de school in de buurt. klaar voor de toekomst'. De plannen leiden echter ook tot heftige reacties en aandacht van de media. Sommige ouders zijn zich rotgeschrokken en zeggen hun kind van school te halen. Toch zijn er ook nieuwe aanmeldingen. En u, wat gaat u doen? Wellicht heeft u kritische vragen over het schoolconcept van de Steve Jobsschool. De organisatie achter het concept, O4NT, heeft verschillende documenten op haar website gezet waarin alles uitgelegd wordt. Het is een goed idee die documenten te bekijken. Toch kan ik me indenken dat niet elke ouder gewend is om een schoolmodel door te nemen en kritisch te bekijken. Dat is jammer, want ik heb gemerkt dat kritische opmerkingen door O4NT (en ook door oprichter Maurice de Hond) steevast worden beantwoord met: "Lees ons schoolmodel, dan wordt alles duidelijk."
Het schoolgebouw was al jaren aan vervanging toe en inmiddels is de bouw van een nieuwe school begonnen. Er zijn regelmatig bijeenkomsten waarin een update over de bouw wordt gegeven. Tijdens een een van deze avonden kondigt het schoolbestuur aan het vanaf september 2013 helemaal anders aan te willen pakken: de nieuwe school zal verdergaan als 'Steve Jobsschool'. Uiteraard heeft dat consequenties, bijvoorbeeld voor het personeel waarvan een deel 'wordt vervangen'. Zo moet het ongeveer gegaan zijn in Sneek. De directeur is trots want de school is '
Omdat ik pretendeer iets van onderwijskunde te weten dacht ik dat het wellicht nuttig zou zijn als ik commentaar geef op het onderwijsmodel van de Steve Jobsscholen. Daarom heb ik het O4NT schoolmodel in detail doorgenomen. Ik spreek steeds abstract over 'O4NT' als de auteurs van het model, maar uiteraard horen daar gewone personen bij. Hieronder geef ik mijn commentaar op het model, en ik zal daarbij ingaan op zaken die me aanspreken, en zaken waarvan ik denk: dat zou ik niet doen. Aan het eind geef ik ook een oordeel over het schoolmodel en ik zal zeggen of u uw kinderen in september met een gerust hart naar de Steve Jobsschool kunt laten gaan.

De documenten

O4NT biedt op haar website verschillende documenten aan. Het interessantst is het schoolmodel, maar er is bijvoorbeeld ook een document voor scholen die zich willen aansluiten bij het concept met criteria waaraan zij moeten voldoen (bijvoorbeeld een goed functionerend draadloos netwerk). Er is zelfs een wat curieus document met 'beloften aan het kind'. Die beloften wijken overigens niet af van wat je op een normale school mag verwachten. O4NT verdient complimenten voor de stukken die ze publiceren. Het schoolmodel is in heldere taal geschreven en het bevat ook geen vreemde of obscure terminologie. Als er onderwijstermen gebruikt worden ('21st century skills') dan worden die uitgelegd, op een aantal uitzonderingen na ('serious gaming'). Ook wordt niet gestrooid met hippe Engelse termen, wat zeker mogelijk was geweest. En 'gameday' klinkt ook wel aantrekkelijker dan 'sport- en speldag' (wat de lading ook niet goed dekt).

Het schoolmodel

In het document staat het schoolmodel tweemaal beschreven, een keer in het kort en een keer uitgebreid. Heel veel verschillen de beschrijvingen niet van elkaar. In het document voor scholen zijn overigens her en der aanvullingen te vinden, met name over wat wel en niet verplicht is.
Bij het lezen springen twee zaken meteen in het oog: de naam 'Steve Jobs' en het gebruik van iPads. Dat heeft ertoe geleid dat het schoolconcept in de volksmond bekend staat als de 'iPadschool'. Dat is jammer, want het doet echt geen recht aan het O4NT-concept. Dat concept is veel breder dan 'alle leerlingen werken met iPads'. Sterker: ik zou durven stellen dat de iPad in zekere zin een ondergeschikte rol speelt in het schoolconcept. Hierover later meer. Over de keuze voor de iPad (uit logistieke en praktische overwegingen) en de naam Steve Jobs is al veel gezegd, daar ga ik hier niet op in. Het beestje moet een naam hebben.


Het schoolmodel van O4NT bestaat globaal uit vier verschillende punten, namelijk:
  1. Het onderscheid tussen een fysieke en een virtuele school
  2. De verschillende leerdoelen (kerndoelen en 21st century skills)
  3. Communities in en rond de school (de school als onderdeel van een groter geheel)
  4. De praktische organisatie van de school (wat uiteenvalt in acht aspecten)
De uitleg bij deze vier punten maakt duidelijk: hier is een club met ambitie aan het werk. O4NT wil veel, heel veel, en het moet allemaal tegelijk gebeuren. Daar zit wat mij betreft ook wel een knelpunt: de praktijk lijkt door tomeloze ambitie voorbij te worden gestreefd. Er wordt veel gevraagd van bestuurders, docenten, ouders en leerlingen. Ik bespreek kort de kenmerken van de vier punten zoals die in de documenten beschreven worden.

Het onderscheid tussen een fysieke en een virtuele school

U heeft wellicht in een klas met zo'n 25 anderen gezeten, een leerjaar heet dat. De Steve Jobsschool volgt een heel ander concept, namelijk SlimFit. Dat is een onderwijsinnovatie waarbij er geen klassen zijn, maar 'units'. Een unit bestaat uit 70 tot zo'n 100 leerlingen (of minder als de school kleiner is). Een unit heeft geen leerkracht, maar een team van begeleiders en coaches. Een Steve Jobsschool heeft dus geen leerkrachten in dienst. In de school zijn grote en kleine groepsruimtes, met zaken als openslaande deuren om een ruimte van klein groot te maken. De ruimtes zijn geen klassen, maar 'ateliers'. Er is een rekenatelier, een taalatelier, maar ook een laboratorium en een keuken (waar onder begeleiding door leerlingen gekookt wordt). In de ateliers wordt veel zelfstandig geleerd, maar er worden ook regelmatig wedstrijden gehouden. Er zijn ook ruimtes die de creativiteit ('out of the box'-denken) stimuleren, met grote schermen en beamers. Buiten is ruimte voor het verzorgen van planten en dieren: Jan Ligthart kijkt vanaf een wolk waarschijnlijk goedkeurend toe.
SlimFit bestaat al een tijdje. Het is op zichzelf een 'innovatief' onderwijsexperiment. Het klinkt leuk, maar we weten dus niet of het goed werkt. Ik vind het verstandig dat O4NT aansluit bij een lopende onderwijsinnovatie, maar je moet als ouder maar geloven dat het loslaten van het fysieke klaslokaal ook positief uitpakt.
De fysieke school is lang open elke dag, maar de virtuele school is altijd open. Dit is de digitale leeromgeving (de 'ELO') waartoe leerlingen, begeleiders en ouders toegang toe hebben. Verder vallen mij in het bijzonder nog twee zaken op:
  1. Het doel is om aanwezigheid in de school automatisch te registereren. Een elektronische prikklok, dus.
  2. In het onderwijs wordt 'serious gaming breed ingezet'. Meer krijgen we hierover niet te lezen helaas. In het model zie je wel regelmatig wedstrijdelementen terugkomen, iets wat een duidelijk verband heeft met 'gaming'.
De belangrijkste implicatie is dat een leerling niet altijd aanwezig hoeft te zijn op de fysieke school tijdens reguliere schooltijden. Onder praktische organisatie hierover meer.

De verschillende leerdoelen

Er bestaan wettelijk geformuleerde
leerdoelen. De onderwijsinspectie kijkt of scholen die doelen nastreven. De Steve Jobsschool hanteert die officiele leerdoelen, maar voegt er extra doelen aan toe. De nieuwe doelen passen bij O4NT (dat staat voor 'Onderwijs voor een Nieuwe Tijd'). In de onderwijswereld staan ze bekend als '21st century skills'. Dat zijn vaardigheden als samenwerken, leiderschap tonen en creatief zijn - vaardigheden waarvan O4NT stelt dat je die wel buiten, maar niet binnen reguliere scholen opdoet. De reden zit voor een groot deel in de toetsing. De citotoets meet geen 21st century skills, allerminst zelfs. O4NT is hier uitgesproken kritisch over en dit stuk is sterk geschreven. Minder sterk is hoe de school gaat bijhouden wat de vorderingen van leerlingen zijn. Dat gaat min of meer automatisch, door registratie van de uitgevoerde acties op de iPad. Er staat dat de ontwikkeling van het kind wordt bijgehouden 'via zijn output'. Hoe dit in de praktijk werkt (en of het wel zo gaat werken) is nog onbekend.
De school zet zich in voor brede talentontwikkeling, waarbij kinderen veel eigen verantwoordelijkheid en vertrouwen krijgen. Er is geen sprake van totale vrijheid. Het model benadrukt dat kinderen die meer sturing of structuur nodig hebben die ook krijgen van hun begeleider. Hierin onderscheidt het onderwijsmodel zich nadrukkelijk van bijvoorbeeld Iederwijs.

Communities in en rond de school

U vervoert wel eens kinderen naar de kinderboerderij? Reken erop dat u bij de Steve Jobsschool echt aan de bak moet. Als ouder wordt u een 'pedagogische en didactische partner' van de school (het plan spreekt wat ongelukkig over 'niet alleen leesouder of luizenmoeder'). Uw inzet is verplicht en daar worden schriftelijke afspraken over gemaakt. Daarnaast wordt een portfolio opgesteld waarin elke ouder zijn werk en hobby's kan neerzetten. Het idee is dat u benaderbaar bent door leerlingen als zij daarover iets willen weten voor een project waarmee zij bezig zijn. Dat laatste vind ik een goed idee dat navolging van andere scholen zou mogen krijgen, zolang ouders kunnen aangeven hoe vaak zij benaderd willen worden. Het is duidelijk: schoolbesturen die overwegen een Steve Jobsschool te worden doen er goed aan eerst met ouders in gesprek te gaan. Zonder hen een beslissing nemen is dom, want ouders zijn allerminst een neutrale partij in het eindresultaat.
Tenslotte betekent 'community' ook dat de school samenwerking zoekt met bedrijven en organisaties in de buurt, en dat eigenlijk iedereen een bijdrage kan leveren (dit aspect is nog niet echt uitgewerkt).

De praktische organisatie van de school

Een Steve Jobsschool heeft een aantal interessante nieuwe kenmerken. Die vormen samen de dagelijkse gang van zaken op school. Eruit springen:
  1. De school is elke (werk)dag open van half 8 's ochtends tot half 7 's avonds.
  2. De school werkt met periodes van 3 maanden (tweemaal 6 weken), er zijn geen vastgelegde schoolvakanties.
  3. Voor elk kind worden apart afspraken over aanwezigheid op school gemaakt (en zo nu en dan geevalueerd). Concreet kan dat betekenen dat het ene kind 150 dagen in een jaar naar school gaat en het andere meer dan 200. Dat ene kind doet dan meer op de virtuele school (en het maakt dan dus niet uit waar hij of zij zich bevindt).
  4. Er is elke maand een 'Steve Jobs Gameday'. Het lijkt op een combinatie van een sportdag, een tentoonstelling/presentatie van gemaakt werk en een weeksluiting. Er worden wedstrijden gehouden. Er is ook een jaarlijkse Gameday waarin alle Steve Jobs-scholen samenkomen. Dat zal een flinke manifestatie worden. Het document voor scholen zegt overigens dat deelname aan gamedays voor scholen niet verplicht is.
  5. Leerlingen werken in blokken van 6 weken aan projecten. Daarbij wordt de onderwijsmethode 'verhalend ontwerpen' gehanteerd ('storyline method'), een methode die in Nederland redelijk voet aan de grond heeft gekregen, maar die natuurlijk ook weer een specifieke aanpak vereist.
  6. Aan begeleiders en coaches wordt als eis gesteld dat zij zelf beschikken over 21st century skills. Het is logisch dat dat consequenties heeft voor het personeel dat al op school werkzaam is, zoals het geval in Sneek illustreert.

Conclusie

U ziet het, het is een flink plan, dat schoolmodel van O4NT. Het ziet er redelijk coherent uit, maar er zijn nog wel wat hobbels te nemen. Met name de uitwerking van verschillende methodes die nu tussen neus en lippen door genoemd worden heeft nog wat voeten in de aarde. Veel aandacht gaat op dit moment uit naar de technische aspecten, de hardware (en het draadloze netwerk) en de software (welke 'apps' zijn het meest geschikt voor onderwijs). Misschien is u opgevallen dat ik 1 ding expliciet nauwelijks heb genoemd in de beschrijving van het schoolmodel: de iPad! Al lezende viel me op dat iPads eigenlijk maar een bijrol in het verhaal spelen. Als je in het document het woord iPad consequent zou vervangen door 'laptop' (of notebook) verandert het verhaal niet. Er wordt in verschillende stukken soms gedweept met de unieke mogelijkheden die tablets bieden, daarover zal ik in een ander artikel rapporteren. In het schoolmodel van O4NT zie ik daarvan niets terug1. Sterker: er wordt vermeld dat in de school her en der ook desktopcomputers zullen staan 'voor specifieke toepassingen'. Zo heet wordt de soep niet gegeten, blijkbaar.

Kunt u uw kinderen naar de Steve Jobsschool laten gaan? Het hangt ervan af waartoe u zelf bereid bent. Uw eigen inspanning is namelijk onderdeel van het schoolmodel. Ik vermoed dat er zeker in het begin problemen zullen zijn. De plannen zijn zeer ambitieus, en gaan over veel meer dan alleen maar het opwaarderen van het gebruik van ICT in de klas. Er is namelijk geen klas, er is een open gemeenschap waarin leren plaatsvindt, fysiek of virtueel. Het uitgewerkte schoolmodel biedt veel aanknopingspunten, maar het is nog een open vraag of alle gestelde doelen in de praktijk te realiseren zijn.


1  O4NT geeft in de FAQ op haar website aan dat de keuze voor de iPad bewust is gemaakt, omdat 'De iPad op dit moment de tablet [is] die de meeste mogelijkheden biedt voor het intuitieve leren dat wij voor het (jonge) kind zo belangrijk vinden.'

Help, mijn kind moet naar een Steve Jobsschool!

OBS Driemaster in Sneek
Uw kinderen gaan al enkele jaren met plezier naar de school in de buurt. klaar voor de toekomst'. De plannen leiden echter ook tot heftige reacties en aandacht van de media. Sommige ouders zijn zich rotgeschrokken en zeggen hun kind van school te halen. Toch zijn er ook nieuwe aanmeldingen. En u, wat gaat u doen? Wellicht heeft u kritische vragen over het schoolconcept van de Steve Jobsschool. De organisatie achter het concept, O4NT, heeft verschillende documenten op haar website gezet waarin alles uitgelegd wordt. Het is een goed idee die documenten te bekijken. Toch kan ik me indenken dat niet elke ouder gewend is om een schoolmodel door te nemen en kritisch te bekijken. Dat is jammer, want ik heb gemerkt dat kritische opmerkingen door O4NT (en ook door oprichter Maurice de Hond) steevast worden beantwoord met: "Lees ons schoolmodel, dan wordt alles duidelijk."
Het schoolgebouw was al jaren aan vervanging toe en inmiddels is de bouw van een nieuwe school begonnen. Er zijn regelmatig bijeenkomsten waarin een update over de bouw wordt gegeven. Tijdens een een van deze avonden kondigt het schoolbestuur aan het vanaf september 2013 helemaal anders aan te willen pakken: de nieuwe school zal verdergaan als 'Steve Jobsschool'. Uiteraard heeft dat consequenties, bijvoorbeeld voor het personeel waarvan een deel 'wordt vervangen'. Zo moet het ongeveer gegaan zijn in Sneek. De directeur is trots want de school is '
Omdat ik pretendeer iets van onderwijskunde te weten dacht ik dat het wellicht nuttig zou zijn als ik commentaar geef op het onderwijsmodel van de Steve Jobsscholen. Daarom heb ik het O4NT schoolmodel in detail doorgenomen. Ik spreek steeds abstract over 'O4NT' als de auteurs van het model, maar uiteraard horen daar gewone personen bij. Hieronder geef ik mijn commentaar op het model, en ik zal daarbij ingaan op zaken die me aanspreken, en zaken waarvan ik denk: dat zou ik niet doen. Aan het eind geef ik ook een oordeel over het schoolmodel en ik zal zeggen of u uw kinderen in september met een gerust hart naar de Steve Jobsschool kunt laten gaan.

De documenten

O4NT biedt op haar website verschillende documenten aan. Het interessantst is het schoolmodel, maar er is bijvoorbeeld ook een document voor scholen die zich willen aansluiten bij het concept met criteria waaraan zij moeten voldoen (bijvoorbeeld een goed functionerend draadloos netwerk). Er is zelfs een wat curieus document met 'beloften aan het kind'. Die beloften wijken overigens niet af van wat je op een normale school mag verwachten. O4NT verdient complimenten voor de stukken die ze publiceren. Het schoolmodel is in heldere taal geschreven en het bevat ook geen vreemde of obscure terminologie. Als er onderwijstermen gebruikt worden ('21st century skills') dan worden die uitgelegd, op een aantal uitzonderingen na ('serious gaming'). Ook wordt niet gestrooid met hippe Engelse termen, wat zeker mogelijk was geweest. En 'gameday' klinkt ook wel aantrekkelijker dan 'sport- en speldag' (wat de lading ook niet goed dekt).

Het schoolmodel

In het document staat het schoolmodel tweemaal beschreven, een keer in het kort en een keer uitgebreid. Heel veel verschillen de beschrijvingen niet van elkaar. In het document voor scholen zijn overigens her en der aanvullingen te vinden, met name over wat wel en niet verplicht is.
Bij het lezen springen twee zaken meteen in het oog: de naam 'Steve Jobs' en het gebruik van iPads. Dat heeft ertoe geleid dat het schoolconcept in de volksmond bekend staat als de 'iPadschool'. Dat is jammer, want het doet echt geen recht aan het O4NT-concept. Dat concept is veel breder dan 'alle leerlingen werken met iPads'. Sterker: ik zou durven stellen dat de iPad in zekere zin een ondergeschikte rol speelt in het schoolconcept. Hierover later meer. Over de keuze voor de iPad (uit logistieke en praktische overwegingen) en de naam Steve Jobs is al veel gezegd, daar ga ik hier niet op in. Het beestje moet een naam hebben.


Het schoolmodel van O4NT bestaat globaal uit vier verschillende punten, namelijk:
  1. Het onderscheid tussen een fysieke en een virtuele school
  2. De verschillende leerdoelen (kerndoelen en 21st century skills)
  3. Communities in en rond de school (de school als onderdeel van een groter geheel)
  4. De praktische organisatie van de school (wat uiteenvalt in acht aspecten)
De uitleg bij deze vier punten maakt duidelijk: hier is een club met ambitie aan het werk. O4NT wil veel, heel veel, en het moet allemaal tegelijk gebeuren. Daar zit wat mij betreft ook wel een knelpunt: de praktijk lijkt door tomeloze ambitie voorbij te worden gestreefd. Er wordt veel gevraagd van bestuurders, docenten, ouders en leerlingen. Ik bespreek kort de kenmerken van de vier punten zoals die in de documenten beschreven worden.

Het onderscheid tussen een fysieke en een virtuele school

U heeft wellicht in een klas met zo'n 25 anderen gezeten, een leerjaar heet dat. De Steve Jobsschool volgt een heel ander concept, namelijk SlimFit. Dat is een onderwijsinnovatie waarbij er geen klassen zijn, maar 'units'. Een unit bestaat uit 70 tot zo'n 100 leerlingen (of minder als de school kleiner is). Een unit heeft geen leerkracht, maar een team van begeleiders en coaches. Een Steve Jobsschool heeft dus geen leerkrachten in dienst. In de school zijn grote en kleine groepsruimtes, met zaken als openslaande deuren om een ruimte van klein groot te maken. De ruimtes zijn geen klassen, maar 'ateliers'. Er is een rekenatelier, een taalatelier, maar ook een laboratorium en een keuken (waar onder begeleiding door leerlingen gekookt wordt). In de ateliers wordt veel zelfstandig geleerd, maar er worden ook regelmatig wedstrijden gehouden. Er zijn ook ruimtes die de creativiteit ('out of the box'-denken) stimuleren, met grote schermen en beamers. Buiten is ruimte voor het verzorgen van planten en dieren: Jan Ligthart kijkt vanaf een wolk waarschijnlijk goedkeurend toe.
SlimFit bestaat al een tijdje. Het is op zichzelf een 'innovatief' onderwijsexperiment. Het klinkt leuk, maar we weten dus niet of het goed werkt. Ik vind het verstandig dat O4NT aansluit bij een lopende onderwijsinnovatie, maar je moet als ouder maar geloven dat het loslaten van het fysieke klaslokaal ook positief uitpakt.
De fysieke school is lang open elke dag, maar de virtuele school is altijd open. Dit is de digitale leeromgeving (de 'ELO') waartoe leerlingen, begeleiders en ouders toegang toe hebben. Verder vallen mij in het bijzonder nog twee zaken op:
  1. Het doel is om aanwezigheid in de school automatisch te registereren. Een elektronische prikklok, dus.
  2. In het onderwijs wordt 'serious gaming breed ingezet'. Meer krijgen we hierover niet te lezen helaas. In het model zie je wel regelmatig wedstrijdelementen terugkomen, iets wat een duidelijk verband heeft met 'gaming'.
De belangrijkste implicatie is dat een leerling niet altijd aanwezig hoeft te zijn op de fysieke school tijdens reguliere schooltijden. Onder praktische organisatie hierover meer.

De verschillende leerdoelen

Er bestaan wettelijk geformuleerde
leerdoelen. De onderwijsinspectie kijkt of scholen die doelen nastreven. De Steve Jobsschool hanteert die officiele leerdoelen, maar voegt er extra doelen aan toe. De nieuwe doelen passen bij O4NT (dat staat voor 'Onderwijs voor een Nieuwe Tijd'). In de onderwijswereld staan ze bekend als '21st century skills'. Dat zijn vaardigheden als samenwerken, leiderschap tonen en creatief zijn - vaardigheden waarvan O4NT stelt dat je die wel buiten, maar niet binnen reguliere scholen opdoet. De reden zit voor een groot deel in de toetsing. De citotoets meet geen 21st century skills, allerminst zelfs. O4NT is hier uitgesproken kritisch over en dit stuk is sterk geschreven. Minder sterk is hoe de school gaat bijhouden wat de vorderingen van leerlingen zijn. Dat gaat min of meer automatisch, door registratie van de uitgevoerde acties op de iPad. Er staat dat de ontwikkeling van het kind wordt bijgehouden 'via zijn output'. Hoe dit in de praktijk werkt (en of het wel zo gaat werken) is nog onbekend.
De school zet zich in voor brede talentontwikkeling, waarbij kinderen veel eigen verantwoordelijkheid en vertrouwen krijgen. Er is geen sprake van totale vrijheid. Het model benadrukt dat kinderen die meer sturing of structuur nodig hebben die ook krijgen van hun begeleider. Hierin onderscheidt het onderwijsmodel zich nadrukkelijk van bijvoorbeeld Iederwijs.

Communities in en rond de school

U vervoert wel eens kinderen naar de kinderboerderij? Reken erop dat u bij de Steve Jobsschool echt aan de bak moet. Als ouder wordt u een 'pedagogische en didactische partner' van de school (het plan spreekt wat ongelukkig over 'niet alleen leesouder of luizenmoeder'). Uw inzet is verplicht en daar worden schriftelijke afspraken over gemaakt. Daarnaast wordt een portfolio opgesteld waarin elke ouder zijn werk en hobby's kan neerzetten. Het idee is dat u benaderbaar bent door leerlingen als zij daarover iets willen weten voor een project waarmee zij bezig zijn. Dat laatste vind ik een goed idee dat navolging van andere scholen zou mogen krijgen, zolang ouders kunnen aangeven hoe vaak zij benaderd willen worden. Het is duidelijk: schoolbesturen die overwegen een Steve Jobsschool te worden doen er goed aan eerst met ouders in gesprek te gaan. Zonder hen een beslissing nemen is dom, want ouders zijn allerminst een neutrale partij in het eindresultaat.
Tenslotte betekent 'community' ook dat de school samenwerking zoekt met bedrijven en organisaties in de buurt, en dat eigenlijk iedereen een bijdrage kan leveren (dit aspect is nog niet echt uitgewerkt).

De praktische organisatie van de school

Een Steve Jobsschool heeft een aantal interessante nieuwe kenmerken. Die vormen samen de dagelijkse gang van zaken op school. Eruit springen:
  1. De school is elke (werk)dag open van half 8 's ochtends tot half 7 's avonds.
  2. De school werkt met periodes van 3 maanden (tweemaal 6 weken), er zijn geen vastgelegde schoolvakanties.
  3. Voor elk kind worden apart afspraken over aanwezigheid op school gemaakt (en zo nu en dan geevalueerd). Concreet kan dat betekenen dat het ene kind 150 dagen in een jaar naar school gaat en het andere meer dan 200. Dat ene kind doet dan meer op de virtuele school (en het maakt dan dus niet uit waar hij of zij zich bevindt).
  4. Er is elke maand een 'Steve Jobs Gameday'. Het lijkt op een combinatie van een sportdag, een tentoonstelling/presentatie van gemaakt werk en een weeksluiting. Er worden wedstrijden gehouden. Er is ook een jaarlijkse Gameday waarin alle Steve Jobs-scholen samenkomen. Dat zal een flinke manifestatie worden. Het document voor scholen zegt overigens dat deelname aan gamedays voor scholen niet verplicht is.
  5. Leerlingen werken in blokken van 6 weken aan projecten. Daarbij wordt de onderwijsmethode 'verhalend ontwerpen' gehanteerd ('storyline method'), een methode die in Nederland redelijk voet aan de grond heeft gekregen, maar die natuurlijk ook weer een specifieke aanpak vereist.
  6. Aan begeleiders en coaches wordt als eis gesteld dat zij zelf beschikken over 21st century skills. Het is logisch dat dat consequenties heeft voor het personeel dat al op school werkzaam is, zoals het geval in Sneek illustreert.

Conclusie

U ziet het, het is een flink plan, dat schoolmodel van O4NT. Het ziet er redelijk coherent uit, maar er zijn nog wel wat hobbels te nemen. Met name de uitwerking van verschillende methodes die nu tussen neus en lippen door genoemd worden heeft nog wat voeten in de aarde. Veel aandacht gaat op dit moment uit naar de technische aspecten, de hardware (en het draadloze netwerk) en de software (welke 'apps' zijn het meest geschikt voor onderwijs). Misschien is u opgevallen dat ik 1 ding expliciet nauwelijks heb genoemd in de beschrijving van het schoolmodel: de iPad! Al lezende viel me op dat iPads eigenlijk maar een bijrol in het verhaal spelen. Als je in het document het woord iPad consequent zou vervangen door 'laptop' (of notebook) verandert het verhaal niet. Er wordt in verschillende stukken soms gedweept met de unieke mogelijkheden die tablets bieden, daarover zal ik in een ander artikel rapporteren. In het schoolmodel van O4NT zie ik daarvan niets terug1. Sterker: er wordt vermeld dat in de school her en der ook desktopcomputers zullen staan 'voor specifieke toepassingen'. Zo heet wordt de soep niet gegeten, blijkbaar.

Kunt u uw kinderen naar de Steve Jobsschool laten gaan? Het hangt ervan af waartoe u zelf bereid bent. Uw eigen inspanning is namelijk onderdeel van het schoolmodel. Ik vermoed dat er zeker in het begin problemen zullen zijn. De plannen zijn zeer ambitieus, en gaan over veel meer dan alleen maar het opwaarderen van het gebruik van ICT in de klas. Er is namelijk geen klas, er is een open gemeenschap waarin leren plaatsvindt, fysiek of virtueel. Het uitgewerkte schoolmodel biedt veel aanknopingspunten, maar het is nog een open vraag of alle gestelde doelen in de praktijk te realiseren zijn.


1  O4NT geeft in de FAQ op haar website aan dat de keuze voor de iPad bewust is gemaakt, omdat 'De iPad op dit moment de tablet [is] die de meeste mogelijkheden biedt voor het intuitieve leren dat wij voor het (jonge) kind zo belangrijk vinden.'

maandag 8 april 2013

Het dazzle effect: De gevaren van neuromarketing

Neuromarketing is een bloeiende industrie. Neuromarketing verwijst naar de aantrekkelijkheid van het associëren van producten met termen uit de neurowetenschappen. Denk aan het gebruiken van het voorvoegsel "neuro-" of het voorvoegsel "brein-". Het blijkt dat het gebruik van zulke terminologie ertoe leidt dat het bredere publiek meer vertrouwen krijgt in deze producten. Dit geldt ook als zulke toevoegingen nonsens zijn zoals wel eens het geval is bij het gebruiken van het voorvoegsel "brain-based".

Ook in het onderwijs is er sprake van het zogenaamde "dazzle effect" van termen uit de neurowetenschap. Zo bleek uit een onderzoek van Dekker, Lee, Howard-Jones en Jolles dat docenten in veel neuromythes geloven (bv. dat de linker hersenhelft de rationele helft is en de rechter hersenhelft de creatieve).

In het maart nummer van het tijdschrift Mind, Brain, and Education schrijven Lindell en Kidd over een interessant experiment waarin ze het "dazzle effect" van termen uit de neuropsychologie aantonen.

Psychologiestudenten, studenten van andere studies en ouders kregen vier varianten van een advertentie voor een onderwijsproduct te zien. Het product werd in de advertentie ofwel "Right brain training" of "Right start training" genoemd. Aan deze advertentie werd in de helft van de gevallen vervolgens een afbeelding van een (irrelevante) MRI scan van het brein toegevoegd; aan de andere helft niet.

De deelnemers van het onderzoek beoordeelden de advertentie op (1) of ze erin geïnteresseerd zouden zijn, (2) of ze dachten dat het product effectief zou zijn en (3) of ze dachten dat de training wetenschappelijk onderbouwd was.

De resultaten van het onderzoek illustreren duidelijk het "dazzle effect". De deelnemers aan het onderzoek beoordeelden de training die "Right brain training" werd genoemd als interessanter, effectiever en wetenschappelijk beter onderbouwd dan de "Right start training". Het toevoegen van de MRI afbeelding had geen effect op de interesse en het effectiviteitsoordeel van de deelnemers. Wel leidde het toevoegen van een MRI afbeelding ertoe dat deelnemers meer vertrouwen hadden in de wetenschappelijke onderbouwing van het product.

Een interessante bevinding is daarnaast dat psychologiestudenten in alle gevallen minder overtuigd waren door de twee neuro-toevoegingen, hoewel ook zij beïnvloed werden. Mogelijk zijn psychologiestudenten door hun opleiding wat beter in staat om de relevantie van neuroclaims te beoordelen.

De resultaten van dit onderzoek laten zien het voor het brede publiek ingewikkeld is om neuro-claims goed op waarde te schatten.

Overigens presenteren we met deze post ook de nieuwe Onderwijskunde poster, waarmee we veel nieuwe scholieren hopen te interesseren voor onze opleiding! ;-)

Lindell, A. K., & Kidd, E. (2013). Consumers favor "Right Brain" training: The dangerous lure of neuromarketing. Mind, Brain, and Education, 7, 35-39. doi: 10.1111/mbe.12005

zondag 7 april 2013

Steve Jobs in de startblokken: De Tabletschool gaat van start!

Zondag 7 april was er in het half 8 journaal van RTL aandacht voor de Steve JobScholen die na de zomervakantie gaan starten in diverse Nederlandse steden. Ik werd gevraagd om vanuit mijn achtergrond als Onderwijskundige iets te zeggen over dit initiatief. Hoewel ik van mening ben dat er voor ICT een belangrijke rol is weggelegd in het onderwijs ben ik kritisch over de plannen van O4NT (Onderwijs voor een Nieuwe Tijd) voor de Steve JobsScholen. In de Steve JobsScholen zal de iPad als leermiddel een zeer belangrijke rol gaan spelen. Ik baseer me hierbij overigens op de informatie uit het schoolmodel dat op de website van O4NT gepresenteerd wordt. Ik kan me voorstellen dat in het oprichten van de nieuwe scholen het schoolmodel verder wordt aangescherpt.



Mijn argumenten daarvoor zijn de volgende:

1. Er lijkt sprake te zijn van een opportunistische keuze voor de iPad en niet zo zeer een onderwijskundige keuze. In het schoolmodel wordt de keuze voor de iPad onderbouwd met de argumenten dat het "handiger en goedkoper [is] om één merk apparaat te kiezen dan verschillende merken apparaten". Daarnaast worden de eenvoudige bedieningswijze van de iPad en de beschikbaarheid van goede educatieve apps genoemd als redenen (over dat laatste straks meer).
Wanneer er sprake zou zijn van een onderwijskundige keuze voor de iPad dan zou er vanuit een bepaalde onderwijskundige visie over hoe het leerproces van leerlingen het beste ondersteund kan worden, zijn gekozen voor de iPad. Dit vind ik niet duidelijk blijken uit de plannen die in het schoolmodel gepresenteerd worden. Wat is nu precies de visie van O4NT over het leerproces? En welke rol moet ICT daarin spelen?

In het schoolmodel worden wel mogelijke toepassingen van de iPad genoemd: "presentatiesoftware, foto- en videoapps, zoekfuncties en naslagwerken, programmeertools om bijvoorbeeld zelf educatieve applicaties te maken". Uiteraard zijn dit toepassingen die hun plek zouden kunnen hebben in een school. Maar hoe past dit in de visie van de school en hoe draagt dit bij aan de doelen die de school zichzelf stelt?

2. Door de exclusieve keuze voor de iPad als leermiddel maken de scholen zich kwetsbaar in het realiseren van de eigen onderwijsdoelen. In het schoolmodel wordt gesteld dat er voldoende goede educatieve apps zijn waarvan gebruik gemaakt kan worden om de door de school gestelde onderwijsdoelen te halen. Ik heb daar zeer grote twijfels bij. Er zijn inderdaad zeer veel educatieve apps beschikbaar voor de iPad, maar de de kwaliteit van die apps laat vaak te wensen over. De visuele aantrekkelijkheid van de apps zit vaak wel goed, maar wanneer je wat dieper kijkt hoe de verschillende educatieve apps het leerproces van kinderen proberen te ondersteunen, dan schort daar vaak wel wat aan. Iets wat bijvoorbeeld vaak opvalt, is de manier waarop in deze apps feedback wordt gegeven aan de leerlingen. Uit onderzoek weten wet dat feedback van cruciaal belang is voor het leerproces van kinderen: ze moeten weten of ze iets goed of fout hebben gedaan en als er iets fout is gegaan, dan moeten ze informatie krijgen over wat ze dan precies fout hebben gedaan en hoe ze dat in de toekomst kunnen voorkomen. Apps geven vaak wel aan dat er een fout is gemaakt, maar meestal ontbreekt dan de cruciale volgende stap: wat er is er dan fout gegaan en hoe kan de leerling daarvan leren en dit voorkomen?

De kwaliteit van apps is dus een issue. Daarnaast lijkt het me, door het gefragmenteerde aanbod van apps, een zeer ingewikkeld klus om een heel curriculum te baseren op apps voor de iPad. Googlet u maar eens op de "kerndoelen primair onderwijs" en probeert u eens te bedenken hoe u al deze 58 doelen probeert te realiseren door voornamelijk gebruik te maken van de iPad en de beschikbare apps. Het lijkt mij een zeer ingewikkelde, zo niet onmogelijke klus.

Maar, eerlijk is eerlijk: De oprichters van de Steve JobsScholen denken niet alleen in termen van technologie en iPads om aan de doelen van het onderwijs te werken. Er zullen in de Steve JobsScholen diverse ruimtes ingericht worden als bijvoorbeeld een reken- en taalatelier. In deze ruimtes kunnen kinderen ook met andere middelen rekenen en taal leren.

3. In de Steve JobsScholen wordt het uiterste, zo niet teveel gevraagd van leerkrachten. In de Steve JobsScholen speelt de iPad dus een grote rol. Daarnaast gaat de school uit van de interesse van het kind. De gedachte is dat kinderen spelenderwijs en vanuit eigen interesse leren. Uiteraard is het goed om aan te sluiten bij de interesse van het kind, maar de voorstellen die in het schoolmodel gedaan worden, doen mij vermoeden dat dit uitgangspunt wellicht te ver doorschiet. In het schoolmodel is de leerkracht een coach en heeft dus een coachende rol. Hij/zij "begeleidt en stimuleert de leerling, wijst op hiaten en helpt de leerling deze te overwinnen". Hiermee wordt het uiterste gevraagd van de competenties van de leerkrachten. Het is mogelijk, maar het lijkt me zaak dat leerkrachten in deze rol goed ondersteund en opgeleid worden.

Ik ben dus kritisch op het initiatief van O4NT. Desondanks zie ik ook positieve aspecten in hun plannen. Hun durf om buiten de gebaande paden te gaan en buiten de traditionele kaders te gaan, juich ik toe. Ik wens hen veel succes en wijsheid toe in de verdere ontwikkeling van hun schoolconcept.