zondag 25 juni 2023

Leren (door) de wereld te veranderen: (dis)continuïteiten in het leren van klimaatactivistische jongeren

Marlon, Dagmar en Noah werkten het afgelopen semester aan hun bachelorthesis voor de bacheloropleiding onderwijswetenschappen. Zij wonnen op 20 juni de prijs voor de beste bachelorthesis. Hierover schreven ze de onderstaande gastblog.

Afgelopen week kondigde Extinction Rebellion aan vanaf 9 september elke dag de A12 te blokkeren. Een mooi voorbeeld dat laat zien dat activisme toeneemt, omdat onder andere jongeren zich steeds meer zorgen maken over het klimaat en hun toekomst. Deze zorgen uiten zich in het willen veranderen van de status quo, op alle niveaus. Maar wat doet deze informatie op een blog van Onderwijswetenschappen? Dat komt omdat het klimaatactivisme gezien kan worden als een context waarbinnen geleerd wordt. Hoe deze context eruitziet, wat de leeropbrengsten zijn en hoe dit zich verhoudt met het dagelijkse leven van jongeren, hebben wij – Marlon, Dagmar en Noah – onderzocht in onze bachelorthesis.

Marlon, Dagmar en Noah wonnen dit jaar de prijs voor de beste bachelorthesis onderwijswetenschappen.

Met behulp van Anne van Leest en Larike Bronkhorst zijn wij aan de slag gegaan met het vormen van een theoretisch kader. Het werd als snel duidelijk dat het leven van jongeren zich in verschillende contexten afspeelt, zoals familie, vrienden, school en voor sommige jongeren de context klimaatactivisme. Uit de boundary-crossing theorie blijkt dat er zowel continuïteit als discontinuïteit kan zijn tussen deze contexten. Een voorbeeld van continuïteit is dat jongeren kennis opdoen over het klimaatsysteem dat gevoed is vanuit zowel het klimaatactivisme als een andere context, zoals bijvoorbeeld een les op school. Dit is tegenovergesteld aan discontinuïteit wat zich tussen de context van familie en klimaatactivisme bijvoorbeeld uit in dat ouders niet altijd positief staan ten opzichte van het klimaatactivisme van jongeren, omdat ze bezorgd zijn over de gevolgen van protesten. Wanneer er discontinuïteit plaatsvindt kan het leerproces tussen verschillende contexten doorbroken worden, wat invloed heeft op de leeropbrengsten.

Wat de invloed van (dis)continuïteiten is op het leerproces en de leeropbrengsten van jongeren in klimaatactivisme hebben we onderzocht aan de hand van twaalf semigestructureerde interviews met klimaatactivistische jongeren tussen de 19 en 25 jaar oud. Uit deze interviews blijkt dat er zowel continuïteit ervaren wordt als discontinuïteit. De meeste continuïteit wordt ervaren tussen de contexten klimaatactivisme en de context van familie en de context van vrienden. De meeste discontinuïteit wordt ervaren tussen de klimaatactivistische context en de context van familie gevolgd door de context van vrienden en school. De participanten omschrijven het klimaatactivisme als een collectief proces, waarin ze eigenaarschap ervaren over hun leren. Verder geven ze aan veranderingen door te maken op verschillende gebieden, zoals verandering van visie, zorgen en verdeling van tijd. Deze aspecten zijn kenmerken van een expansief leerproces dat zich uit in het ontwikkelen van kennis, vaardigheden en identiteitsvorming. 

Deze en andere bevindingen staan uitgebreid beschreven in onze bachelorthesis die wij afgelopen dinsdag 20 juni tijdens de congresdag afgesloten hebben met een posterpresentatie. Een leuke verrassing op deze afsluitende dag was het nieuws dat wij de prijs hebben gekregen voor beste bachelorthesis Onderwijswetenschappen 2022-2023, vanwege het vernieuwende onderwerp, sterk theoretisch kader en goed verantwoorde kwalitatieve onderzoeksopzet. We kijken met trots terug op het afgelopen halfjaar én natuurlijk de drieënhalf jaar daarvoor. We sluiten hiermee onze bachelor Onderwijswetenschappen af en gaan met vertrouwen de toekomst tegemoet dankzij de fijne tijd die we bij Onderwijswetenschappen gehad hebben. Trouw schreef op 11 maart 2023 het artikel: ‘Waarom activisme ook in de klas belangrijk is. ‘Daarmee geven jongeren hun eigen toekomst vorm’'. Zo zie je dat onderwijs en toekomst nauw met elkaar verbonden zijn, ook op het gebied van klimaatactivisme. 


zondag 11 juni 2023

Leesvaardigheid wereldwijd onder druk door schoolsluitingen

Een nieuwe studie werpt licht op de invloed van de schoolsluitingen als gevolg van de coronapandemie op  de leesvaardigheden van leerlingen. Hoewel het nog slechts een preprint betreft en de studie dus nog peer review moet ondergaan, zijn de gegevens die onderzoekers van de Universiteit van Hamburg deelden alvast interessant. De onderzoekers gebruikten gegevens uit het wereldwijd uitgevoerde PIRLS onderzoek om de effecten van schoolsluitingen op leesvaardigheid te onderzoeken. Deze studie laat zien dat er een significante negatieve samenhang is tussen het aantal dagen dat scholen gesloten waren en de prestaties op de PIRLS toetsen. De onderzoekers concluderen:

We estimate that an additional day of school closures is associated with a 0.14 PIRLS scale point decline in student reading performance. On average, countries in our sampleclosed schools for 110 days. To put our estimated effect size into context, this would imply that, the average country’s average student reading achievement declined about 15 points more than a country that did not close schools.

Met 108 dagen durende schoolsluitingen is de geconstateerde daling van Nederlandse leerlingen op de PIRLS toetsen mogelijk ten dele verklaard. De onderzoekers constateren ook dat de effecten van de schoolsluitingen groter zijn voor leerlingen met een lagere sociaal-economische status of voor leerlingen met beperkte toegang tot computers.




Het abstract

The COVID-19 pandemic disrupted education worldwide as educational systems made the decision to close schools to contain the spread of the virus. The duration of school closures varied greatly internationally. In this study, we use international variation in school closure policies to examine the effects of school closures on student achievement. Specifically, we use representative trend data from more than 300,000 students in 29 countries to examine whether the length of school closures is related to changes in student achievement before and after the outbreak of COVID-19. We observe a significant and substantial negative effect of school closures on student reading achievement. The estimated effect implies that a year of school closures corresponds roughly to the loss of a little more than half a school year of learning. This effect is even more pronounced for socioeconomically disadvantaged students and those without home computer access.

We estimate that
an additional day of school closures is associated with a 0.14 PIRLS scale in student reading performance. On average, countries in our sample
closed schools for 110 dayss average student reading achievement
declined about 15 points more than a country that did not close schools

vrijdag 9 juni 2023

Gastblog: ResearchED 2023: Een bijzondere onderwijsdag

De kloof tussen onderwijsonderzoek en onderwijspraktijk dichten en pseudowetenschap tegengaan: dit is het doel van researchED. Dit congres is wereldwijd al meerdere malen georganiseerd in onder andere New York, Londen, Sydney en Amsterdam, en dit keer in Nijkerk. Inmiddels is het een traditie geworden dat studenten van de bachelorcursus ‘Inleiding Onderwijswetenschappen’ aan de Universiteit Utrecht elk jaar de kans krijgen om toegangskaartjes te winnen naar het congres. Daardoor kunnen studenten alvast een inkijk krijgen in het onderwijsonderzoek in de praktijk. Dit jaar waren wij -eerstejaars Onderwijswetenschappen studenten Judith en Linda – de gelukkigen die op zaterdag 11 maart dit congres mochten bezoeken.

Met maar liefst 14 parallelsessies in 7 rondes was het lastig kiezen welke sprekers we wilden bezoeken. Leren over curriculumontwikkeling of kijken naar hoe een middelbare school smartphonevrij is geworden? Nadenken over formatief handelen of het welbevinden van leerlingen?

In de sessies kwamen meerdere thema’s van de studie Onderwijswetenschappen terug. Ook al waren wij pas een halfjaar bezig met de studie, merkten we dat we al voldoende basiskennis hadden om volwaardig deel te kunnen nemen aan de sessies. Onze kennis over leertheorieën en de werking van het geheugen kwam goed van pas in bijvoorbeeld de sessies van Jan Tishauser en Paul Kirschner. Zij vertelden over de kracht van herhaling en over generatieve strategieën die toegepast kunnen worden om ‘wenselijke moeilijkheden’ te creëren.

In de opleiding werken we vaak met de aggregatieniveau’s van Martin Valcke om verschillende onderwijskwesties vanuit meerdere perspectieven te kunnen bestuderen. Dit model gebruikte ook onderwijssocioloog Iliass el Hadioui in zijn sessie om het debat over kansengelijkheid in kaart te brengen: wat gebeurt op elk niveau en op welk niveau moeten/kunnen problemen opgelost worden?

Onderwerpen als schooleffectiviteit, instructieontwerp en het curriculum zijn veelbesproken thema’s in de opleiding en werden op verschillende manieren in de sessies met elkaar verbonden. Zo werden tijdens twee sessies over curriculumontwikkeling het ADDIE model benoemd, maar ook het formuleren van doelen en de uitwerking daarvan in een landelijk curriculum. De praktijkervaring van de sprekers en de voorbeelden die zij gaven waren dus erg helpend om de theorie die tot nu toe besproken is in de opleiding te koppelen.

Ook konden we veel leren van sessies waar we in eerste instantie niet voor zouden hebben gekozen. Zo is in ronde twee Judith terecht gekomen bij een sessie over jeugdliteratuur in plaats van de sessie over kansenongelijkheid. Toch heeft juist deze sessie enorm geïnspireerd. De spreker vertelde over een postdoconderzoek dat zij uitvoert op pabo en onderbouwde haar keuzes over bijvoorbeeld de dataverzameling en vormgeving hiervan door middel van concrete voorbeelden. Deze praktijkvoorbeelden maakten het geleerde uit cursussen over statistiek en onderzoeksmethoden veel tastbaarder.

In ronde drie zag Linda te laat dat haar gekozen sessie ‘EDI bij NT2’ eigenlijk op leerkrachten vanuit het primair onderwijs gericht was, in plaats van een algemene benadering. Het doel van de sessie was om leerkrachten praktische tips en inzichten te geven over hoe ze het beste een leerling die nog nauwelijks Nederlands spreekt kunnen ondersteunen. Ondanks dat ze van de tips van sessieleider Maja Zuiderveld niet rechtstreeks gebruik kan maken, was deze sessie toch waardevol. Want ResearchED geeft je niet alleen inzicht in onderwijswetenschappelijke kwesties maar ook een breed scala aan beroepen die je na het afronden van de opleiding kan doen. Deze sessie gaf het mooie voorbeeld van een onderwijswetenschapper die als trainer bijdraagt aan de professionalisering van leerkrachten.

De dag eindigde met de presentatie van Pedro De Bruyckere. Zijn manier van presenteren heeft ons enorm geïnspireerd. In zijn presentatie hield hij veel rekening met de belasting van het werkgeheugen en de multimedia principes van Mayer door enkel signaalwoorden op zijn slides te vermelden. Zijn boodschap was helder: verzamel alleen ‘bruikbare’ data; weet wat je rapporteert en met welk doel. In deze boodschap heeft hij naar onze mening bewustwording bij iedereen die betrokken is bij onderwijs gecreëerd en op deze manier bijgedragen aan het dichten van de kloof tussen onderwijsonderzoek en onderwijspraktijk. Ook wij als studenten Onderwijswetenschappen horen hierbij. Onderwijsonderzoek moet uiteindelijk een verschil kunnen maken in de praktijk. Deze boodschap nemen wij dus zeker mee in onze eigen (studie) loopbaan.

Benieuwd naar meer? Neem zelf een kijkje: aftermovie ResearchED 2023


Deze gastblog is geschreven door Linda Börzsei en Judith van der Wolf. Zij zijn eerstejaarsstudenten van de bachelor onderwijswetenschappen aan de Universiteit Utrecht