In two experiments (N = 200), we compared the effects of longhand note-taking, photographing lecture materials with a smartphone camera, and not taking any notes on video-recorded lecture learning. Experiment 1 revealed a longhand-superiority effect: Longhand note-takers outperformed photo-takers and control learners on a recall test, notwithstanding an equal opportunity to review their learning material right before being tested, and even when photo-takers and control participants reviewed an exact transcript of the lecture slides via their photos or printouts, whereas longhand note-takers accessed only a fraction of the content as captured in their handwritten notes. Photo-takers performed comparably to learners who had not taken any notes at all. Experiment 2 further showed that mind-wandering mediates the mnemonic benefits of longhand note-taking: Relative to learners who took photos or did not take any notes, longhand note-takers mind-wandered less and, in turn, demonstrated superior retention of the lecture content. Yet, across both experiments, learners were not cognizant of the advantages of longhand note-taking, but misjudged all three techniques to be equally effective. These findings point to key attentional differences between longhand note-taking and photo-taking that impact learning-knowledge that is easily and conveniently acquired in a snap may not be better remembered.
Over onderwijs en onderzoek. Door de afdeling Educatie van de Universiteit Utrecht.
zondag 23 april 2023
Schriftelijke aantekeningen maken tijdens colleges werkt beter dan slides fotograferen
woensdag 9 november 2022
Dagdromen tijdens colleges: Hoe vaak komt het voor en welk effect heeft het?
Na één van de eerste hoorcolleges die ik gaf liep ik na afloop door de zaal om te zien of er spullen waren achtergebleven en toen viel me op dat de bankjes op de achterste rijen bezaaid waren met kranten (dit was dus nog voordat iedereen een laptop of smartphone meenam de collegezaal in): deze studenten hadden blijkbaar tijdens het college wat anders gedaan dan meedoen en aantekeningen maken. En als er studenten de krant lezen tijdens het college, dan zijn er vast ook studenten die op andere manieren niet betrokken waren bij het college, bijvoorbeeld doordat ze aan het dagdromen waren.
Onderwijsonderzoekers hebben meermaals onderzoek gedaan naar de frequentie van deze task-unrelated thoughts tijdens onderwijsactiviteiten in het hoger onderwijs. Ook is er meermaals onderzocht wat de impact hiervan is op leerprestaties. Dit onderzoek is recentelijk samengevat door Wong en collega's (2022): zij publiceerden in Contemporary Educational Psychology een meta-analyse waarin ze de vraag stellen hoe vaak dit dagdromen of deze task-unrelated thoughts voorkomt en wat de impact hiervan is op leerprestaties.
De uitkomsten van dit onderzoek zijn dat studenten ongeveer 30% van de tijd task-unrelated thoughts hebben tijdens onderwijsactiviteiten. Het maakt daarbij niet uit om welke activiteiten het gaat: dit percentage ligt ongeveer even hoog voor het bekijken van een videocollege, het bijwonen van een hoorcollege of het lezen van een onderwijstekst. Helaas zijn er weinig studies die het dagdromen en de impact daarvan onderzoek tijdens andere onderwijsvormen zoals practica of interactieve werkgroepen. Wat het onderzoek wel duidelijk laat zien is dat deze task-unrelated thoughts negatief samenhangen met leerprestaties. De gemiddelde correlatie tussen task-unrelated thoughts en leerprestaties is -0.27.Het artikel bevat geen praktische implicaties (Wat kun je doen om te zorgen dat studenten minder dagdromen?), maar de auteurs geven wel aan dat het percentage van 30% als een benchmark zou kunnen dienen: als dit zo'n beetje het gemiddelde is, dan is het interessant om voor andere onderwijsvormen te onderzoeken of het percentage task-unrelated thought lager of hoger is dan 30% of om te onderzoeken of specifieke didactische ingrepen leiden tot lagere percentages.
Het abstract
The “costs” of task-unrelated thought (often referred to as mind-wandering) on performance in educational contexts have received growing theoretical and empirical attention in the last decade. Published articles on task-unrelated thought in educational contexts usually point out two important claims: 1) that task-unrelated thought occurs often during learning and 2) that task-unrelated thought shares a negative relationship with learning outcomes. However, the corresponding rates and effect sizes reported in the literature have been quite variable to date. We thus adopted a multi-level meta-analytic approach in order to provide baseline metrics for the frequency of task-unrelated thought in educational contexts and its relationship with learning outcomes across different learning tasks and assessments. Our analysis suggests that students are off-task about 30% of the time during educationally relevant activities, and the average relationship between task-unrelated thought and learning outcomes was in line with a small-to-medium practical effect, −0.27. No differences were observed between learning tasks and various moderators. The average rates and correlation values reported in this meta-analysis can be used as a benchmark for future research aiming to assess task-unrelated thought in education.
maandag 17 februari 2020
Het Robbert Dijkgraaf-effect
![]() |
Robbert Dijkgraaf geeft een hoorcollege voor DWDD University. |
![]() |
Boven de hoorcollegedocent in de fluent-conditie, beneden in de disfluent-conditie. |