dinsdag 5 september 2023

Activerend onderwijs 3: Leren in context

Brown, J. S., Collins, A., & Duguid, P. (1989). Situated cognition and the culture of learning. Educational Researcher, 18(1), 32-42.

Introductie

Eén van de speerpunten in het onderwijs van de Universiteit Utrecht is Community Engaged Learning (CEL). CEL is een vorm van ervaringsgericht onderwijs waarbij studenten, docenten en externe partners samenwerken aan maatschappelijke vraagstukken. Deze projecten zijn voor studenten vaak erg vormende ervaringen. Maar dit soort onderwijs helpt studenten ook om de kloof te overbruggen tussen de vaak theoretische en abstracte kennis die centraal staat op hun opleiding en de weerbarstigheid van de praktijk. In hun klassieke artikel uit 1989 beschrijven Brown, Collins en Duguid deze kloof tussen formeel onderwijs en de praktijk en opperen zij vormen van onderwijs die kunnen helpen deze kloof te dichten.

Het idee

In de jaren ’80 van de vorige eeuw was er veel aandacht voor de verschillen tussen het leren op de universiteit en het leren in het dagelijks leven. Lauren Resnick beschreef bijvoorbeeld 1987 in haar presidential address voor de American Educational Research Association (AERA) de opvallende discontinuïteiten tussen het leren op school en het leren daarbuiten. Brown et al. wezen in hun artikel ook op deze verschillen: in het formele onderwijs zijn er vaak duidelijke regels, vastomlijnde opdrachten en duidelijke antwoorden, terwijl dit bij het leren in het alledaagse leren vaak ontbreekt. Brown et al. lieten in hun artikel zien dat deze verschillende contexten kunnen zorgen voor problemen. Zij betogen dat de context waarin je iets leert, bepalend is voor de manier waarop je dat leert. Je kunt op de universiteit bijvoorbeeld veel leren over kansberekening en statistiek, maar wanneer je in het dagelijks leven gebruik moet maken van kansberekening dan passen je die kennis vaak niet toe. Dat komt omdat we deze kennis hebben geleerd in een formele onderwijssituatie en we moeite hebben met de transfer naar problemen en vraagstukken in het alledaagse leven.

De inzichten

Het is een kwestie van cultuur

In hun artikel laten Brown et al. zien dat leren in formele onderwijssituaties en het leren in alledaagse situaties twee verschillende culturen zijn geworden met hun eigen regels. Zo is het in het formele onderwijs lang niet altijd toegestaan om hulpmiddelen te gebruiken (zeker bij toetsen), terwijl je in het dagelijks leven vaak zoveel mogelijk gebruik maakt van hulpmiddelen. Door deze verschillende leerculturen zijn studenten vaak niet in staat om wat ze in het formele onderwijs hebben geleerd in te zetten bij het oplossen van vraagstukken in de praktijk. De cultuurverschillen tussen het formele leren en het informele leren staan transfer van de ene cultuur naar de andere in de weg.

Gesitueerd leren is (een deel) van de oplossing

Om deze kloof te overbruggen stellen Brown et al. voor om het leren op de universiteit meer te laten lijken op het leren in het dagelijks leven. Zij noemen dit gesitueerd leren. Brown et al. beschrijven manieren om dit te realiseren. Bijvoorbeeld door het leren op de universiteit minder abstract te maken en meer in te bedden in authentieke en realistische situaties en contexten. Het idee is dat je door het onderwijs contextrijker te maken, je studenten helpt de overeenkomsten te zien tussen bijvoorbeeld de problemen en stof die zij op de universiteit bestuderen en de problemen die zij in de praktijk tegenkomen. Dit vergemakkelijkt de transfer van de ene naar de andere context.

Verschillende wegen naar contextrijk onderwijs

Er zijn verschillende manieren om je onderwijs contextrijker te maken. Het hierboven genoemde Community Engaged Learning is vorm van onderwijs waarin het idee van contextrijkheid en authentieke en gesitueerde problemen ver is doorgevoerd. Uiteraard leent niet elk domein en elk vakgebied zich voor deze vorm van onderwijs. Toch zijn er ook andere manieren waarop je je onderwijs contextrijker kunt maken. Zo is het wellicht mogelijk dat je studenten voor een opdrachtgever samenwerken aan een realistische opdracht, waarbij ze begeleid worden door een docent. Of ze werken bijvoorbeeld samen aan een realistische opdracht voor een fictieve opdrachtgever. In beide gevallen wordt de authenticiteit van het onderwijs verhoogd en contextrijkheid vergroot. Door studenten te laten samenwerken, laat je hen zoeken naar oplossingen, samen problemen oplossen, discussiëren, enzovoorts. Dit biedt nog allerlei aanvullende voordelen (zie ook het artikel van Chi en Wylie). Bovendien lijkt dit op hoe in dagelijkse praktijk in (interdisciplinaire) teams problemen worden opgelost. In hoorcolleges of werkgroepen zijn er ook vaak mogelijkheden om de collegestof te verbinden aan actuele vraagstukken, debatten of realistische voorbeelden. Dit zijn vaak wat laagdrempeligere manieren om je onderwijs contextrijker te maken.

 

Verder lezen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten