In deze blog leren we een van de medewerkers of studenten bij Onderwijswetenschappen beter kennen. Dit keer is dat docent en onderzoeker Joris Beek. Dit is de vijfde bijdrage in een regelmatig terugkerende serie.
Waar velen van
ons, inclusief ikzelf, hun leven niet direct bijzonder genoeg vinden om over te
schrijven, heeft mijn onderzoek naar de interesses in het leven van jongeren mij
overtuigt dat het tegenovergestelde waar is. Mijn idee is nu dat elk leven
bijzonder genoeg is om op in te zoomen; echter zien wij vaak maar één kant van het
veelvlak die het leven van andere personen behelst. Die beperkte kant zien we
allemaal van elkaar, waardoor het idee ontstaat dat er niet meer is. Maar juist
het meervoud van vlakken waaruit het leven van iedereen bestaat, en daarmee de
diepgang, maakt ons uniek en bijzonder.
Ik ben Joris,
woon samen met Nienke, Lea, Bonnie en Manfred in de hoofdstad van Nederland
(Rotterdam). Twee van ons zijn katten, ik laat aan jou over wie. Verder ben ik
veelal te lang van stof over zaken die dat niet nodig hebben, alleen wel
verdienen: dat doe ik nu eenmaal. Uit gewoonte en wellicht omdat ik bijzonder
ben…
Samen met Jael
Draijer en Alex Janse ben ik promovendus in het ERC-project van Sanne Akkerman.
Larike Bronkhorst is onze begeleider en Thea van Lankveld onze Post Doc. Esther
Slot en Jonne Vulperhorst gingen ons voor als PhD’s en ondanks dat we niet
gezamenlijk werken, is hun voorwerk onmisbaar. Binnen het project doen we
onderzoek naar de interesses van jongeren. In heel beknopte vorm: we kijken
naar wat interesses nu precies voor jongeren zijn, hoe het is om meerdere
interesses te hebben en wat er gebeurt met de interesses van iemand als je een
(onderwijs)transitie ondergaat. Daarbij kijken we naar hoe personen in
omgevingen en omgevingen met personen (veelal onbewust) interesses versterken,
tegenwerken, promoten of juist afkeuren: kortom de (on)mogelijkheden van
jongeren in hun levens. School/studie is daarbij een belangrijke plek en focus
voor jongeren, maar zeker niet de enige (denken én zien we). Mijn persoonlijke
project focust zich voornamelijk op hoe jongeren in de contexten van hun leven hun
interesses bezigen en hoe dit door henzelf of door omstandigheden tot een
inrichting komt. Een voorbeeld hiervan is mijn eigen interesse in het luisteren
van podcasts.
Terugreizen
vanuit Utrecht naar Rotterdam (en het fietsen van en naar het Utrecht Science
Park) ging bij mij altijd gepaard met het beluisteren van diverse podcasts,
over allerlei zaken, waarmee ik dan in appgroeps mijn vrienden lastigviel met
nieuwe, interessante perspectieven. Nu ik, net als vrijwel iedereen, sinds
maart niet meer op het Utrecht Science Park kom, zijn de (fiets)tochten
eveneens verdwenen. Met het verdwijnen van deze momenten is het beluisteren van
podcasts ook drastisch gedaald. Ik heb in Rotterdam nog even geprobeerd dit vol
te houden tijdens het hardlopen en boodschappen doen, maar omdat ik beide vaak
met mijn dochter doe, was dat ook geen uitkomst. Kortom: de situatie in mijn
leven ‘leent’ zich momenteel niet voor het luisteren van podcasts. Iets
wat mijn vrienden ook opvalt, wat soms in app-groepen tot vreugde stemt: ik
aanwezig zonder al dat opdringerige nieuwe-inzichten gedoe. Zo zie je dat een
interesse meer is dan alleen inhoud: er is een moment voor nodig en gaat veelal
samen met een ritme, plekken en materialen die bezigen met zich meebrengen.
Maar dus ook mijn vrienden horen erbij. Podcasts luisteren doe ik veelal
alleen, die gecultiveerde vorm maakt dat het voor mij lastig is een andere vorm
te vinden. Buiten mijn invloed om (de staat van de wereld) is mijn podcast
interesse weggevloeid tot iets wat moeilijker te bezigen is.
Een interesse
die meer aandacht krijgt (zo interpreteer ik ‘dingen die je leuk vindt’
van de vorige blogger) is koken. Niet zozeer dat ik er daarvoor niet mee bezig
was, maar nu ik doordeweeks niet meer reis blijft er meer tijd over om rustig
een mooi gerecht op tafel te zetten. Ook het opeten daarvan is veranderd
doordat ik minder in de avond sport, waardoor ik nu dagelijks met Nienke eet. Iets
wat ik erg waardeer.
Verder zie ik mijn ouders weer een stuk vaker omdat ik daar een dag in de
week, en tijdens het sluiten van de kinderopvang zelfs drie dagen, werk. Mijn
bureau staat daar in mijn oude slaapkamer waar ik met mijn broer in een stapelbed
sliep. Werken is dus ook een nostalgische belevenis geworden met een herkenbaar
uitzicht waar ik als kind graag langsrijdende auto’s en fietsers telde. Ik
geniet enorm van het lunchen en bijpraten met mijn ouders. Ik ben erg op hen
gesteld wat wellicht zelfs een understatement is.
Naast mijn
onderzoek geef ik ook les, een typische week voor mij beslaat uit ongeveer één
onderwijskundige taak zoals lesgeven of individuele gesprekken met
masterstudenten, drie tot vijf onderzoeks-afspraken veelal met Jael, Alex,
Thea, Larike of Sanne en verder veel eigentijd waarin ik lees, (her)schrijf en
op dit moment veel (voor) analyses doe. Daarnaast volg ik deze maand ook een
schrijfcursus die mij helpt effectiever academisch te schrijven (en lijkt zijn
vruchten af te werpen).
Het leukste als
docent vind ik om zelf mee te leren met studenten. In een cursus kan dit zijn
doordat jullie met nieuwe inzichten komen of mij prikkelen met vragen die ik
zelf nog niet gesteld had. Die rol is helemaal mooi tijdens de begeleiding van
master scripties, wat ik echt een voorrecht vind (zowel dat jullie die mogen
schrijven als dat ik die mag begeleiden). Wat ik studenten écht zou gunnen (en
altijd probeer mee te geven) is om (meer) te genieten van de opleiding. Natuurlijk
zijn er dingen die je minder aanstaan, maar zoek dan iets op wat je er wél uit
kan halen. Ik geef weinig om cijfers, papiertjes, prijzen of titels (en ja, ook
omdat ik die nog nooit gewonnen heb). Voor mij telt het proces van ontdekken en
bedenken, van nieuwe inzichten en andere perspectieven, als studenten dat uit
een cursus meenemen, of na een scriptie terugkijkend hun leren waarderen. Voor
mij is onderwijs dan geslaagd. Het lastige is dat ons huidige maatschappelijke systeem
nog niet (helemaal) zo werkt, dus daar moet ik (of wij gezamenlijk) wat op
verzinnen…
Ter
voorbereiding van deze blog werd mij ook een aantal dingen aangedragen waar ik
het onder andere advies over kon geven, zoals bijvoorbeeld mijn favoriete film,
boek of serie. Buiten het feit dat niet alle adviezen even gepast zouden kunnen
zijn (sarcasme, of toch niet…), ben ik hier nooit zo van. Mijn advies, of raad
of tip, die je natuurlijk direct naast je neer mag leggen (dat is dan mijn
enige advies/tip/raad) is om veel uit te proberen, te onderzoeken, te beleven,
te ontdekken waarbij je dingen die voor jou niet passen laat liggen. Mijn
overtuiging is dat wanneer je met voldoende nieuwsgierigheid (en tijd) dingen
beleeft, je vanzelf merkt of ze je aanstaan. Gun jezelf wel wat herhaling, want
zoals mijn muziek liefhebbende jongere broertje veelal zegt: ‘de eerste keer
dat je een album luistert is het vrijwel altijd ruk’.
En zo is het
voor mij met eigenlijk alles; leren en ontwikkelen geeft voldoening. Of het nu cognitief,
fysiek of sociaal is, wanneer je bewust bezig bent met hetgeen waar je tijd aan
besteed, is geen moment verloren. Daarom de vraag aan jullie allemaal, en dus
ook de volgende blogger: wat is het laatste dat jij geleerd of ontwikkeld hebt?
Als bonusvraag: wat zou je willen leren of ontwikkelen, waarbij ik je uitdaag
(of eigenlijk aanraadt) het te gaan doen! Dan leer je vanzelf en creëer je
herinneringen die jou bijzonder en uniek maken.
Veel plezier,
Joris