maandag 3 december 2012

Het gevaar van een kruistocht

Op deze blog hebben we verschillende malen aandacht gevraagd voor zogenaamde onderwijsmythes; fabeltjes over hoe mensen leren die verspreid worden via boeken, websites, etc. We wezen bijvoorbeeld al op de onderwijsmythes die rondzwerven op leraar24.nl, schreven over de 70:20:10 regel en de leerpiramide en over "digital natives".

Wellicht ontstaat de indruk dat we een kruistocht voeren tegen onderwijsmythes als "meervoudige intelligenties", "digital natives" en de leerpiramide. Zeker, hoe eerder hoe eerder neurononsens als braingym van leraar24.nl verdwijnt hoe beter. Lynn Waterhouse vatte al eens samen waarom dergelijke ideeën gevaarlijk zijn: "Bad notions crowd out good notions". Aandacht voor onderwijsmisvattingen, gaat ten koste onderwijspraktijken waarvan we weten dat ze wél bijdragen aan het leerproces van leerlingen. Ik denk dus dat het belangrijk is om aandacht te blijven vragen voor onderwijsmythes en uit blijven leggen wáárom bijvoorbeeld de leerpiramide is gebaseerd op drijfzand.

Toch lijkt er ook een gevaar te schuilen in het voeren van een kruistocht tegen onderwijsmythes. Daniel Willingham is een bekende cognitief psycholoog die zich in boeken als 'When Can You Trust the Experts' hard maakt voor het uitbannen van onderwijsmythes. Niks mis mee zou je zo zeggen.

Willingham wordt echter bewonderd door Michael Gove, de Britse minister van onderwijs. Deze Gove is een conservatief in hart en nieren. En zoals het een goed conservatief betaamt, zijn zijn opvattingen over onderwijs als prehistorisch te kenmerken. Zo stelt Gove bijvoorbeeld dat: "learning facts by rote should be a central part of the school experience". Onderwijs draait dus om het van buiten leren van feiten, aldus Gove. En om het leren van feiten te stimuleren zijn "competitive, difficult exams for which pupils must prepare by memorising large amounts of facts and concepts will promote motivation, solidify knowledge and guarantee standards" nodig. Een grotere nadruk dus op summatieve toetsing dus. En dan bedoeld hij geen schriftelijke overhoringen of proefwerken die individuele docenten afnemen, maar "proper tests, marked externally and with results ranked in league tables, rather than teacher assessment."

Michael Gove, fan van Willingham en voorstander van gestandaardiseerde toetsen  en feitjes leren.

Op zich niets vreemds, zou je zeggen. Weer een politicus die zijn/haar heil zoekt in meer summatieve toetsing. Voormalig Minister van Onderwijs Van Bijsterveldt, pleitte ook al eens voor iets dergelijks naar aanleiding van de daling van Nederland op de PISA ranglijst. Interessant is echter dat de Britse Minister van Onderwijs voor zijn betoog expliciet verwijst naar onderwijs-mythbuster Willingham. Willingham stelt, alsdus Gove, dat "memorisation is a necessary precondition of understanding". Tot zover klopt zijn argument nog. Zonder te weten waar Parijs ligt, kun je ook niet haar strategische ligging waarderen en begrijpen waarom zij uit kon groeien tot Frankrijks belangrijkste stad. Maar dan stelt Gove: "Only when facts and concepts are committed securely to the working memory, so that it is no effort to recall them and no effort is required to work things out from first principles, do we really have a secure hold on knowledge." Hier gaan bij de meeste lezers die enige kaas gegeten hebben van de cognitieve psychology waarschijnlijk de wenkbrauwen wel omhoog.

Wat is hier aan de hand? We hebben hier een onderwijs-mythbuster, Willingham, wiens terechte kritiek op onderwijsmythes, vervormd wordt door een politicus zodat deze zijn eigen plannenkan verantwoorden. Dit geeft aan dat er misschien een gevaar schuilt in het voeren van een kruistocht tegen onderwijsmythes. Net zoals onderwijsmythes aandacht voor bewezen onderwijsprocessen en -methodes kunnen wegnemen, kan het aandacht vragen voor deze mythes weer nieuwe problemen veroorzaken: onderwijsnitwits die wel de klok hebben gehoord maar niet weten waar de klepel hangt en die daardoor nieuwe, evengoed foutieve ideeën de wereld inhelpen.

Er ligt dus een schone taak voor onderwijs-mythbusters als Willingham in het bijzonder, maar ook voor onderwijskundigen in het algemeen. Het roepen dat iets niet klopt is niet voldoende. We moeten roepen én uitleggen en blijven uitleggen, én blijven uitleggen, én...

Ik ben overigens benieuwd naar Willinghams reactie op de uitspraken van de Britse Minister. Zou hij ook vinden dat zijn ideeën geweld aangedaan worden? Zo ja, wat doet hij dan? Verbaasd opmerken dat hij verkeerd begrepen is? Of zal hij meer doen?1

In elk geval: alleen een kruistocht voeren tegen onderwijsmythes is niet voldoende. Om bij een vergelijkbare metafoor te blijven: er dient wellicht bekeerd te worden?!

1 Howard Gardner (1999) signaleerde iets dergelijks over zijn Meervoudige Intelligentietheorie. Hij merkte op dat "Many educators see multiple intelligences as and end in itself" (p. 78), terwijl hijzelf vindt dat "multiple intelligences does not in itself constitute a suitable goal of education" (p. 79). Meervoudige intelligentie moet beschouwd worden als "a handmaiden to good education" (p. 79) volgens Gardner.

zondag 2 december 2012

Ontwikkeling à la carte

Onderstaande bijdrage is geschreven door Oscar van der Horst (@oscarvdhorst), Alumnus Onderwijskunde aan de Universiteit Utrecht.

De rook is nog maar net opgetrokken in culinair Nederland; De Michelinsterren zijn uitgedeeld, geprolongeerd of afgenomen. Het dikke mannetje met zijn rode gids heeft weer huisgehouden in Nederland.

Heel soms, maar dan ook heel soms, dan eet ik in een poepchic restaurant. Heerlijk, vind ik het! Aan alles is aandacht besteed, aan het tafellinnen, de toiletten, de glazen en natuurlijk ook het daadwerkelijke eten en drinken, alles klopt. Een combinatie van ingrediënten zorgvuldig bereid door een vakman of vakvrouw tot een onwerkelijke sensatie. De belevenis is er een waarbij je ervaart dat het geheel meer is dan de optelsom van de onderdelen.

Een belangrijk onderdeel van een goed afgestemd menu is de wijn. Graag doe ik alsof ik er iets van afweet, maar de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat dit niet zo is. Ik herken een lekkere wijn, maar het “mineraaltje” of het vermogen om de “aardse toon”  te relateren aan de grondsoort zijn voor mij ver van mijn bed. Jammer, maar een wijs man heeft me ooit geleerd dat je een leven lang kan leren en ik verheug mij nu al op mijn levenslange curriculum van wijn proeven.
Graag maak ik de wijnkeus in samenspraak met de sommelier. Het menu wordt afgewogen, mijn voorkeur besproken en we kijken naar mijn ervaring en budget. Zo komen we samen tot een keuze die het best past bij al deze variabelen. Lang leve deze wijnconsultant!

Ik hoor u denken, wat een verhaal over eten op een onderwijsblog: What’s in it for me? Tijdens al deze culinaire hectiek viel me op dat er eigenlijk veel vergelijkingen te maken zijn met HRD.
Zo wordt er mijns inziens te snel “Iets met e-learning” of “iets interactiefs” gekozen als oplossing voor een breder en dieper onderwijsprobleem. Als onderwijskundige kan je je dan soms voelen als Jonnie Boer die te horen heeft gekregen dat tafel 3 'iets met wijn' wel een goed idee vindt. Tafel 2 heeft ook iets met wijn en dat ziet er namelijk heerlijk uit!
Het zomaar grijpen naar onderwijskundige tools of onderwijskundige deeloplossingen is in mijn ervaring iets waarvoor we, als onderwijskundig professional, moeten waken. In dit voorbeeld noem ik e-learning, maar het geldt in mijn optiek voor iedere oplossing waarbij er niet breder naar het probleem achter het probleem wordt gekeken.

Het lijkt erop of je als bedrijf niet meer meedoet als je geen App, of ander tablet-based leermiddel inzet. Vaak wordt aan de functie, de doelgroep, de leerstijl en meer onderwijskundige aangrijpingspunten voorbij gegaan in een poging de behoefte, of honger naar 'meedoen' te stillen. Pijnlijk gevolg hiervan kan zijn dat er veel tijd en geld wordt geïnvesteerd, maar door gebrek aan, onder andere, voorbereiding en nazorg slecht een fractie van het potentiele rendement wordt behaald.

Het bestellen van een fles wijn “en rap wat”, zal bij niemand tot een bevredigend resultaat leiden. Niet bij de wijnboer, niet de chef-kok, niet de sommelier, maar ook niet bij de gast. Bijkomend gevaar kan zelfs zijn dat u en uw tafelgenoten al zoveel wijn, ad hoc hebben gedronken, dat uw eetlust is verpest, u een tijdje geen behoefte meer aan wijn heeft en met een rekening blijft zitten terwijl u geen enkele voedingsstof heeft gezien.
In een onderwijskundige vertaling kunt u dit zien als het roekeloos inzetten van middelen, zonder een groter plan dat gestoeld is op analyse en strategie, waardoor een averechts effect is bereikt: onnodige weerstand tegen deze middelen en weerstand tegen vernieuwing in het algemeen.

Begrijp me niet verkeerd, kies vooral een glas wijn waarbij u en uw tafelgenoten zich goed voelen. Mijn aanbeveling strekt zich tot de afstemming met het menu. Wellicht is het ook in uw geval goed om eens te sparren met een sommelier die zich heeft verdiept in het menu.
Een Michelinervaring beperkt zich niet tot alleen de gerechten of alleen de wijn, maar alles is op elkaar afgestemd. Uw medewerker verdient toch ook een sterwaardige behandeling? Stem daarom in uw  HRD-menu uw gerechten zorgvuldig af met uw wijnkeus, let op portionering en behoud keuzevrijheid. Op die manier gaan uw gasten tevreden en gelukkig naar huis.