vrijdag 14 september 2018

Casper bespreekt: Ton van Haperen - Het bezwaar van de leraar

Droom even mee. Je bent minister van Onderwijs. Je leest het nieuwe boek van Ton van Haperen. Een pamflet. Tegen het huidige onderwijsbeleid. Hoe jij en je voorgangers het onderwijs verpest hebben. En wat er nu moet gebeuren. Overtuigend. Het is niet niks. Maar over drie jaar zijn er weer verkiezingen. Op de oude voet voortgaan is stukken makkelijker. Een pavlovreactiestukje van vo-raadbobo's ('in Nederland een bovengemiddeld resultaat') heeft de media gehaald. Wat doe je? Simpel natuurlijk. Niets. Zo gaat het namelijk altijd. Zuur betoog ook, eigenlijk. Cognitieve dissonantie staat voor niets.
Tot zover de droom. Ik las van Haperen's Bezwaar van de leraar. Wat me heel erg opviel is zijn schrijfstijl. Die is hijgerig. Direct. Korte zinnen - met name in de eerste helft van het boek. Hier spreekt iemand met een missie. Die geen tijd te verliezen heeft. Ook geen blad voor de mond neemt. Die zijn eigen koers vaart. "Mijn schoolleiding haat me hierom," weet hij. Ik moest denken aan de schrijver James Baldwin. "The most dangerous creation of any society is the man who has nothing to lose." Van Haperen heeft niks te verliezen. Hij is 59, en gepokt en gemazeld in het Nederlandse onderwijs. Staat drie dagen per week voor de klas. Bereidt zijn lessen 's ochtends voor, onder de douche. Dat is ook zijn wapen. Zijn troef. Hij weet echt iets van de onderwijspraktijk. Jij niet. In een interview met De Volkskrant in 2012 zei hij: "Als ik vijf dagen per week les was blijven geven, was ik waarschijnlijk een zeikerige vent geworden". Niet elke lezer zal overtuigd zijn dat hij hierin geslaagd is. In het boek maakt hij zijn punt. En nog eens. En nog eens. Dat Ronald Plasterk eigenlijk de enige onderwijsminister was die nog iets goeds deed. Ook al leidde het tot niets. We lezen het drie, vier keer. Het betoog wordt afgewisseld met persoonlijke verhalen. Over leerlingen. Over Ton zelf. Je denkt misschien: had wat korter gekund. Is ook zo. Een lange anecdote begint al basketballend op een vrijdagmiddag, en eindigt met bierdrinken in de lerarenkamer. De conclusie is een beetje slap: de school gaat met een andere school fuseren.
van Haperen doet ook iets heel on-Nederlands. Hij noemt zichzelf een goede leraar. Een hele goede, zelfs. Ik schrok ervan, ook de derde keer nog. Ben jij dat gewend? Ik niet.
Je kunt best zenuwachtig worden van de inhoud. "Snap jij het? Geeft niks hoor. Ik ook niet" worden we zo nu en dan gerustgesteld. Dat lukt maar half. Wat Ton beschrijft over de gang van zaken in de school, in het onderwijsbeleid, en in de toetsing is verontrustend. Heel verontrustend. Onheilspellend ook. Het is vijf voor twaalf in het onderwijs. Misschien wel later. Slaap zacht. Voor 15 euro koop je weinig plezier. De revolutie begint bij de leraar. "If there is hope, it lies in the proles", citeer ik 1984 maar. Je wenst Ton van Haperen's revolutie een ander einde toe dan die van Winston Smith.



Ton van Haperen, Het bezwaar van de leraar2018. Amsterdam University Press. ISBN: 9789462988637