In het Donald Duck-verhaal Race naar de Zuidzee uit 1949 proberen zowel Donald Duck als Guus Geluk de verloren gewaande oom Dagobert te vinden. Uiteindelijk vinden ze hem op een afgelegen eiland. Guus wint natuurlijk de strijd, maar wat blijkt? Dagobert wilde juist helemaal niet gevonden en 'gered' worden, hij had zich expres afgezonderd om niet continu gestoord te worden. Woedend schrapt hij Guus Geluk uit zijn testament en laat alles na aan 'verliezer' Donald.
Ik moest aan dat verhaal denken tijdens het lezen van het boekje Red het Onderwijs! Wil 'het onderwijs' (wat dat ook precies mag zijn) wel gered worden? Op boekenwebsite Goodreads schrijft iemand erover: "Dit boek is echt niet wat het onderwijs nodig heeft ... Zoveel quotes die generaliserend zijn of gewoon simpelweg onwaar. Echt zwaar in teleurgesteld." Terwijl ik het boekje uitlees komt een jubelbericht langs van de VO-raad, de vertegenwoordigers van schoolbesturen. De staatssecretaris van Onderwijs is op audientie geweest en heeft benadrukt hoe belanrijk de Raad is ("Ik heb u keihard nodig!"). Ik snap dat niet: hoe kan de overheid zo aan de leiband lopen? Zouden de verhoudingen niet eigenlijk andersom moeten liggen? En worden de problemen in het onderwijs op deze manier ook maar enigszins opgelost? Dit boekje is een manifest: een oproep om het onderwijs te redden. Als je het leest zie je de duidelijke conclusie: het kan, maar dan moet er wel echt ingegrepen worden.Als ik een boekje met grieven over de onderwijspraktijk schrijf zou je kunnen zeggen: daar staat weer zo'n betweterige theoreticus te brullen vanaf de zijlijn. Dat is hier niet het geval: het RED-team bestaat weliswaar uit een bonte verzameling onderwijsdeskundigen, maar prominent aanwezig zijn ook leraren die 'met de poten in de klei staan'. Dat versterkt het betoog. Daarnaast worden sommige (maar niet alle) uitspraken met literatuurverwijzingen ondersteund. Ik denk dat sommige lezers zich aan het pleidooi voor het Directe Instructiemodel zullen ergeren. Juist daar was het wellicht verstandig geweest het betoog wat sterker te onderbouwen. Aan de andere kant: je kunt in een manifest maar beter helder zijn in wat je wilt (en wat je niet wilt). Nergens maken de auteurs een karikatuur van het huidige onderwijs, vandaar ook dat ik hierboven al zei dat 'onware' uitspraken naar mijn idee nergens voorkomen.
Het boek is na een inleiding en enthousiast voorwoord door Jeroen Dijsselbloem opgedeeld in tien hoofdstukken die elk een stelling als uitgangspunt hebben, zoals 'maak lesgeven aantrekkelijker', en 'faciliteer een krachtige en professionele beroepsorganisatie'. Ik kan me voorstellen dat je ergens op de helft denkt 'nou weet ik het wel'. Toch loont het de moeite om door te lezen, ik vond met name de gedeeltes waarin de historische achtergronden worden geschetst de moeite waard (wie van onder de 40 kent de HOS nog?).
Voor een manifest vind ik de toon van het boek opvallend bedeesd. Het is alsof iemand heeft gezegd: laten we het vooral zakelijk houden. Daarom is het wel extra genieten als een term als 'werkdrukblues' valt, of als een hoofdstuk begint met een betoog over het verval van The Beatles na de dood van hun manager (om over de komst van Yoko Ono nog maar te zwijgen). Op punten had de taal wel wat activistischer mogen zijn, bijvoorbeeld in de slotconclusie. Ik miste een uitsmijter als 'leraren, verenigt u en kom in opstand!'. Nu is het 'luister naar leraren, organiseer hun stem' zonder dat helemaal duidelijk wordt wie dat dan moet doen.
Al met al vind ik dat iedereen dit helder geschreven manifest moet lezen, met de minister(s) voorop. Je hoeft het helemaal niet met alles eens te zijn, maar de geboden oplossingen zijn concreet, uitvoerbaar, en vormen in ieder geval een concrete poging de huidige crises in het onderwijs het hoofd te bieden. Aan de slag!
Het boek is verkrijgbaar bij alle (web)winkels. Zie https://www.walburgpers.nl/nl/book/9789464563924/red-het-onderwijs