In deze blog leren we een van de medewerkers of studenten bij Onderwijswetenschappen beter kennen. Dit keer is dat student Lukas Gerber. Dit is de twaalfde bijdrage in een regelmatig terugkerende serie.
Het is gek. Als je mij in de derde klas had gevraagd wat ik vond van leren, had ik je aangekeken alsof je me een kampeervakantie op de Zuidpool aanbood. Dat terwijl ik nu juist plekken om te leren opzoek. Het is net of er verschillende soorten leren zijn.
Ik ben Lukas. Net 19 jaar oud, al hadden de kleuters toen ik mijn verjaardag bij ze vierde maar zes kaarsjes in de klas, dus veelal voel ik me ook nog een beetje jonger. Afgelopen jaar ben ik gestart met de ALPO en dat bleek een opleiding die precies is gemaakt voor enthousiaste jongens zoals ik. Het is een gekke plek die je inneemt. Vanaf het eerste blok ben je zowel leerling als leerkracht. Tegelijkertijd ben je onervaren stagiair en wetenschapper in de dop. Tegelijkertijd sta je met je ene been in de metershoge literatuur en met je andere been in het werkveld. Dat voelde voor mij, zo aan het einde van de middelbare school, als precies wat ik zocht. Een plek om creativiteit en een ongelooflijke lading energie kwijt te kunnen, maar ook uitgedaagd te worden op academisch gebied.Leren over leren
In tegenstelling tot veel studenten, mocht ik als eerstejaars ALPO-student regelmatig naar het Utrecht Science Park voor fysieke praktijklessen. Daarnaast natuurlijk één dag in de week naar stage om kinderen nieuwsgierig te maken naar de wereld én naar henzelf. Ik geniet van de enorme nieuwsgierigheid van kinderen; de constante drang naar leren. Ook ik ben vaak op zoek naar nieuwe ervaringen en vaardigheden: mezelf muziek leren maken of een computerprogramma onder de knie krijgen. Afgelopen jaar heb ik veel uren achter de laptop doorgebracht. Veel aan de studie, maar ook aan het schrijven, activiteiten bedenken voor leden van VOCUS of een nieuw leerproject aangaan. Eén van die projecten het afgelopen jaar was het onderwijs zelf. Bij de Jonge Democraten, een politieke jongerenorganisatie verbonden aan D66, zette ik mij in bij de werkgroep Onderwijs & Wetenschap. Hier dacht ik samen met andere jongeren na over ideeën voor bijvoorbeeld kansengelijkheid. Hoe kunnen we met een warme schoolmaaltijd of gratis kinderopvang zorgen voor een betere toekomst voor kinderen die honderd meter voor de startstreep het leven binnenkomen? Op mijn vrij cultuurdiverse stageschool zie ik ondertussen deze kansenoorlog zijn slachtoffers afwerpen: waar het ene kind op maandagochtend uitgebreid vertelt naar welke musea, pretparken en sportwedstrijden die met diens ouders is geweest, was het andere kind al ontzettend blij dat papa dit weekend weer thuis was. Het zijn de afgetrapte sandalen die in de pauze tegen de glimmende Nikes precies hetzelfde voetbalspel spelen. Het zijn de zakjes witte boterhammen zonder korst die op precies dezelfde lunchtafel naast de bakjes fruitsalade staan. Het zijn de tientallen verschillende moedertalen in precies dezelfde kleuterklas.
Ik denk dat juist déze discussie de kracht kan zijn van veel ALPO-leerkrachten: argumenten geven met kennis uit zowel de theorie (of de politiek) als de praktijk. Maar daarnaast ook juist deze theorie toepassen óp de praktijk. Ik kan niet wachten om over een aantal jaar een eigen klas te hebben en mij helemaal in te zetten om alle kinderen voor te bereiden op hún ideale toekomst, kinderen te helpen ontwikkelen en daarbij niemand buiten te sluiten. Al gaat het dan maar over een kind of dertig in plaats van drie miljoen.
Leren volwassen worden
Tot het zo ver is wil ik vooral mezelf meer ontwikkelen. Liesbeth vroeg in haar blog wat ik bereikt wil hebben in vijf jaar. Juist deze vraag wist mij de afgelopen weken vast te houden. Welke ervaringen leren mij het meest? Zo heb ik gesolliciteerd voor een bestuursjaar als voorzitter bij VOCUS, maar ook bij de Inspraak van de ALPO en nagedacht over hoe ver ik mij nog op politiek niveau wil ontwikkelen. Daarnaast extra Pabo-vakken, commissies bij VOCUS en wil ik weer theater spelen als dat weer mag? Soms heb ik moeite met keuzes maken. Dan moet ik een stap terugnemen om te kijken naar het grote plaatje: hoe veel tijd ik nog heb, hoe veel ik nog kán doen. Uiteindelijk ben ik nog maar die jongen van zes verjaardagskaarsjes oud. En tóch probeer ik alles in één keer te doen en alles ook in één keer goed te doen. Ik denk dat veel studenten, en al helemaal ALPO-studenten, zichzelf af en toe te veel druk opleggen. Bij elke stap die je zet ontdek je drie nieuwe richtingen om op te lopen: een rollende sneeuwbal van leeraanbod. Ik denk dat veel studenten, maar ook docenten in het grotere plaatje, veel kunnen leren van dat stapje terugnemen. Die ‘helikopterview’, zoals mijn vorige praktijkopleider dat zo mooi noemde. Mijn vraag aan de volgende blogger is daarom: hoe maak jij belangrijke keuzes?
Leren in de trein
Afgelopen jaar reisde ik dus nog regelmatig af naar het Science Park voor een lesje zingen met mondkapjes of tikkertje spelen met isoleerbuizen. Tijdens de vele treinreizen ben ik het afgelopen jaar nog meer verliefd geworden op het efficiëntste medium dat de eenentwintigste eeuw ons heeft gebracht: de podcast. Zo heb ik al veel onderwijsgerelateerde interviews, verhalen en audio-essays tussen het omroepen van het volgende station beluisterd. Mijn favoriet: Het mysterie van de goede leraar. Hierin gaat Marcel van Herpen, toch wel mijn grote pedagogische voorbeeld, op zoek naar wat een goede leraar nou onderscheidt van al die anderen. Er staat ons een gek jaar te wachten. Een jaar waar we misschien een beetje moeten compenseren voor afgelopen jaar, maar waar we in ieder geval blijven leren. Waar we ons blijven ontwikkelen. Waar we blijven werken aan goed onderwijs voor iedereen.
Heel leuk zeg!
BeantwoordenVerwijderen